Mogen wij voorstellen:
perfect natuurbeheer
Een belangrijke reden voor de uiteenlopende meningen over natuurbeheer is dat er te weinig goede voorbeelden zijn van hoe je parken en natuurgebieden onderhoudt en wat de resultaten zijn op biologisch en maatschappelijk vlak. Dat probleem lijkt nu opgelost, want er bestaat een prachtvoorbeeld waarvan je veel inspiratie kunt opdoen.
HALF MIRAKEL
Je moet er wel voor naar Brussel, naar het Boudewijnpark op de grens tussen Jette en Ganshoren. Het hele gebied beslaat ongeveer honderd hectare; daar zijn dan ook het Laarbeekbos en het Moeras van Ganshoren bij gerekend. Het door Leefmilieu Brussel aangelegde middelste gedeelte bestaat uit drie fasen, met elk hun typische kenmerken.
De Tentoonstellingslaan snijdt er dwars doorheen, maar dat zet geen domper op de feestvreugde. De Groene Wandeling leidt je langs alle delen waardoor je in contact komt met alle aspecten van dit gevarieerde park en natuurgebied; zowat het best beheerde van België. Zowel vanuit het standpunt van zacht medegebruik door duizenden omwonenden als vanuit het pure natuurstandpunt kan je stellen dat hier een half mirakel is verricht.
De kritiek die er kwam bij de werken van fase II ging vooral over het verdwijnen van te veel natuur ten koste van een te groot aandeel verhardingen en parkachtige structuren. Vandaag merk je dat de kanalisatie van de grote publiekstoeloop goed in elkaar zit, want de meeste mensen met gezinnen stromen daar naartoe. Met de aantrekkingspolen als een speeltuin en enige horeca was dat ook de bedoeling, en werden de verwachtingen ingelost.
Tegelijk is er minder publiek in de meer natuurlijke zones die zich vooral ten westen van de Tentoonstellingslaan bevinden. Dat was ook de bedoeling, want de natuur heeft baat bij zo veel mogelijk rust. Ten oosten van de Tentoonstellingslaan is er op zowat elk moment van het jaar volk aanwezig, maar de zone is groot, en zelfs in de buurt van de ligweiden en de zitbanken heeft Leefmilieu Brussel gezorgd voor een makkelijk beheerbare vegetatie die zo natuurlijk mogelijk aanvoelt. Dat geeft een mooi contrast met de kortgeschoren gazons waarop kinderen graag ravotten.
Overal is er de tussenkomst van de werkmensen van Leefmilieu Brussel, maar dat merk je nauwelijks. Een prestatie van formaat.
Er liggen nogal wat wandelpaden die je de keuze laten om de meest gebruikte zones aan te doen of je naar de wat rustigere randzones te begeven die aansluiten op de drukke, achterliggende stad. Het contrast tussen de vredige groenzone en de drukke verkeersassen kan moeilijk groter. Eens je het park betreedt, daalt echter de rust neer en zit je in een aangenaam kader. Joggers zijn er in alle maten en kleuren, toevallige ontmoetingen tussen buren geven aanleiding tot een fijne babbel, kinderen observeren vanaf de waterkant de eenden en meerkoeten die winter en zomer leven in de brouwerij brengen.
PUUR NATUUR
Hoe groot is het contrast met de westkant van de Tentoonstellingslaan! Daar heeft natuur een prominente plaats gekregen en de aangename wandelpaden leiden je naar heel wat biotopen. Ruige moeraszones wisselen af met knotwilgenrijen. Het Poelbos ligt naast oude, beekbegeleidende graslanden van uitstekende kwaliteit. Die op de noordoever gaan steil omhoog en genieten van de herfstzon. De samenstelling van de vegetatie is prima, al zie je dat in juni beter dan nu. In de Molenbeek groeien veel soorten waterplanten die uitstekende schuilplaatsen zijn voor kikkers, padden en visjes. In de zomer vliegen de libellen je hier om de oren.
Iets verderop kan je doorsteken naar het Laarbeekbos, maar dat is naar ons gevoel toch iets te veel het mekka van loslopende honden en wat ze achterlaten. Nog verderop kruis je de spoorweg, passeer je het kerkhof van Ganshoren, ga je langs enkele volkstuintjes en kom je in het eigenlijke Moeras van Ganshoren. Daar leeft al een hele tijd een populatie ringslangen, zie je de ijsvogel over de spoorweg vliegen en wisselen ruige moerassen af met dreven en pittoreske natuurzones.
Geen enkel deelgebied van alles wat je hier ziet, wordt aan zijn lot overgelaten. Overal is er de tussenkomst van de werkmensen van Leefmilieu Brussel, maar dat merk je nauwelijks. Dat je een zo prachtig natuurgebied tot aan de rand van de stad trekt, met een groene vinger die diep in het harde stadsweefsel doordringt, is een prestatie van formaat. Dat er zich bovendien bijzonder veel en soms zeldzame soorten kunnen handhaven, is bijna te mooi om waar te zijn.
En toch is dit gebied al enkele tientallen jaren het topgebied dat het steeds meer is geworden naarmate de mens de natuur met zachte hand heeft begeleid. In andere delen van de Molenbeek- en Maalbeekvallei vinden nieuwe initiatieven plaats om mens en natuur meer kansen te geven mekaar te vinden in een kwaliteitsvol kader.