01 mrt '23

De Zuunbeek mag
opnieuw slingeren

1868
door Herman Dierickx
De Zuunbeek is een belangrijke levensader voor de natuur in de regio van de oostelijke toegangspoort tot het Pajottenland. Ze ontspringt in de streek rond Kester en mondt 19 km verder en meer dan 50 meter lager, ter hoogte van Drogenbos, uit in de Zenne.

De waterloop heeft een bewogen geschiedenis achter de rug, en het is nog niet gedaan. Een verkenning dringt zich op. Trek aan die wandelschoenen!

Als je vanuit Halle de Ninoofsesteenweg (N28) naar Meerbeek neemt, rijd je door het uitgestrekte bovenloopgebied van de Zuun. Ten zuidoosten heb je onder meer de Roskambeek, Teleweidebeek en de feitelijke Zuunbeek, in het noordwesten lopen onder meer de Oude Vijverbeek, Bosbeek, Putbeek en Karenbergbeek. We vermelden ze omdat de regio uitnodigt tot wandelen, met mooie landschappen ter hoogte van onder meer het pittoreske Bogaarden dat je als vertrekpunt kan nemen. Je bent hier slechts op een paar kilometer van de taalgrens. Misschien is Edingen niet je ding, maar de omgeving van Quenast is zeer de moeite waard. Het zou zonde zijn om deze gelegenheid niet te gebruiken voor een uitstapje in die richting of nog wat verderop. Op enkele kilometers verandert het landschap totaal.

Droogteprobleem

Als je voor de echte Zuunbeek gaat en je vertrekt in de buurt van Kester of Pepingen, dan besef je snel hoe bepalend deze waterloop is. In de jaren 1970 werd de oorspronkelijk sterk meanderende beek drastisch rechtgetrokken om wateroverlast en overstromingen tegen te gaan. Water snel afvoeren, was toen een belangrijk principe dat zowat overal in Vlaanderen werd toegepast.

Vandaag is de situatie totaal anders. De oude meanders krijgen weer ruimte en vormen opnieuw de hoofdbedding. De rechtgetrokken Zuunbeek doet dienst als nevenloop bij zware regenval. Daardoor worden de legendarische overstromingen in Negenmanneke sterk verminderd. Zo’n project van opnieuw te meanderen, kan je bekijken in het Volsembroek. Daar zie je ook het wachtbekken liggen dat onlangs onder handen werd genomen omdat het aan het dichtslibben was. Het dichtslibben vermindert uiteraard de opvangcapaciteit bij hevige regenval. Nu is de toestand opnieuw optimaal.

Het opnieuw laten meanderen van beken zorgt voor meer plaatselijke waterinfiltratie.

Zoals overal in West-Europa slaat ook hier het droogteprobleem toe. Het opnieuw meanderen en de wachtbekkens zorgen voor meer plaatselijke waterinfiltratie. Samen met het herinrichten van de moeraszone in de buurt van het wachtbekken zorgt dit voor de broodnodige vernatting van het gebied. Dat is zeer goed voor de plaatselijke natuur, waarvan ‘water’ een belangrijke component is. De droogte van de voorbije jaren laat ook hier haar sporen na in de vorm van verruigende vegetaties die de kop opsteken wanneer het bodemwater wegzakt. Met de Bosveldwandeling van 7 km loop je langs de mooiste natte zones van het gebied. Als je iets verder stroomafwaarts de Zuunroute wil stappen passeer je in het natuurgebied Oude Zuun, een natuurpareltje.

Ondergronds

Van hieruit blijf je de Zuun volgen via de Negenmannekewandeling en de Kerkwegel, die je naar het Pater Damiaanpark en het Van Cotthempark brengen. Ga je nog verder stroomafwaarts, dan kom je steeds meer in verstedelijkt gebied en dat kan voor de buitenmensen onder ons misschien wat tegenvallen. Temeer omdat de waterloop ondergronds gaat ter hoogte van het enorme winkelcomplex aan de overkant van de N6. Dan vind je ongetwijfeld meer je gading in het bovenstroomse deel rond Kester.

Als je echter via de Sportlaan en de L.A. Schockaertstraat naar het noorden trekt, stoot je ter hoogte van de Bezemstraat en de Plankvoetweg op de Vogelzangbeekvallei die de grens vormt tussen het Vlaams en het Brussels Gewest. Je vindt er het onvolprezen Vogelenzang natuurgebied, dat op het grondgebied van Anderlecht ligt. Het gaat hier om een belangrijke zijbeek van de Zuun in een al bij al mooi kader. Het wandeltraject tot de Luizenmolen is zeker de moeite waard.

Waterinfiltratie

Ook hier doet de beek en haar vallei dienst als waterbuffer voor droge tijden. Zeker de toenemende verharding in de buurt zorgt voor steeds minder infiltratie naar het grondwater. Hoe natter de vallei, hoe beter de buffering tegen die toenemende droogte. Hoewel het inmiddels tot de beleidsmakers is doorgedrongen, is er toch nog elk jaar sprake van bijkomende bodemverzegeling en bodemverdichting. De monding van de Zuun in de Zenne is niet meer zichtbaar. Grote delen van beide waterlopen liggen helemaal onder de grond. Straf.

Het is goed dat er intussen heel wat projecten zijn gerealiseerd die het tij proberen te keren, maar op lange termijn zullen ze niet volstaan om voldoende regenwater ter plaatse te houden. Daarvoor zullen we grootschaliger moeten leren denken en de aanwezige kansen systematischer moeten benutten. Het openleggen van de Zuun in het benedenstroomse gedeelte zou al heel wat bijkomende kansen kunnen bieden.