01 feb '16

Onderzoek voorspelt tekort in scholen

8969
door Patrick Gijssels
Je woont in Vilvoorde, Grimbergen of Asse, of elders in de Rand. In 2020 zal je kindje naar de basisschool gaan. Zal er plaats zijn over vier jaar? Of moet het naar een buurgemeente? Of een heel eind verderop? En wat als je kind naar het secundair gaat?

In Randkrant van september 2015 schreven we over kamperende ouders voor de schoolpoort en roestige klascontainers. In opdracht van de Vlaamse Regering hebben onderzoekers van de Katholieke Universiteit Leuven en de Vrije Universiteit Brussel nu een zogenaamde capaciteitsmonitor schoolinfrastructuur uitgewerkt. Met dit instrument kan de vraag naar een plaats in een klas worden vergeleken met het aanbod per gemeente, voor heel Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot in 2030, voor alle onderwijsnetten, zowel voor basisscholen als voor het gewoon secundair onderwijs.

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V): ‘De capaciteitsmonitor zal ons helpen om de grote uitdagingen wat betreft de scholenbouw de volgende jaren doelgericht aan te pakken. Het is de eerste keer dat er verfijnde prognoses voorhanden zijn.’ Wij zoemen in op de resultaten voor de Rand.

Hoe kom je tot die resultaten?
Johan Surkyn, professor sociaal onderzoek aan de VUB: ‘We houden rekening met de bevolkingsevolutie - de groei of krimp per gemeente en per leeftijdsgroep - die door de Studiedienst van de Vlaamse Gemeenschap is verzameld. Daarin zit een instroom per gemeente, door kleuters van de eigen inwoners die voor het eerst naar school gaan en door leerlingen die vanuit andere gemeenten komen. We houden ook rekening met schoolpendel. Dat zijn de leerlingenstromen tussen gemeenten.'

'Het belangrijkste element in ons model is de transitiekans. Dat is de kans die een leerling heeft (leeftijd x, schooljaar y) om aan het einde van het schooljaar te slagen, te blijven zitten of uit te stromen. We schatten voor alle leerlingen in waar ze zich een jaar later zullen bevinden in het onderwijs of eventueel erbuiten. Dat proces herhalen we jaar na jaar.’

Wat zijn de opvallendste resultaten voor de gemeenten in de Rand?
Steven Groenez, onderzoeksleider aan het Hoger Instituut van de Arbeid (HIVA) KU Leuven: ‘De vraag naar een basisschool stijgt in heel wat gemeenten van de Rand. Deze prognose gaat over de groei van het aantal leerlingen per gemeente, van 2012-2013 naar 2020- 2021. In Wezembeek-Oppem en Merchtem zal het leerlingenaantal in het Nederlandstalig onderwijs stijgen met 100 tot 250 kinderen. In Sint-Pieters-Leeuw, Zaventem, Meise en Asse ligt de stijging tussen 250 en 500 leerlingen. In Grimbergen en Vilvoorde zullen er 500 tot 600 kinderen méér zijn die een plek nodig hebben in de lagere school.

Als we vergelijken met de aanbodzijde, dus met het aantal beschikbare plaatsen in diezelfde gemeenten, dan zien we een tekort aan plaatsen in 2020-2021 in Zaventem, Wezembeek-Oppem, Vilvoorde en Meise. Het gaat telkens om een tekort van 1 tot 50 plaatsen. Zowel in Grimbergen als in Halle zien we een veel groter tekort aan plaatsen. Zonder actie te ondernemen, zullen 250 tot 500 kinderen er geen plaats vinden.’

Wat geven de cijfers voor de middelbare scholen?
Groenez: ‘Daar hebben we al een beeld van de vraagzijde, maar moeten we voorzichtig blijven voor de cijfers aan de aanbodzijde. In het gewoon secundair onderwijs, periode 2012-2013 naar 2020-2021, voorzien we een stijging van het aantal leerlingen van 100 tot 200 in Tervuren en Grimbergen, 250 tot 500 in Asse, Merchtem en Dilbeek en 500 tot 700 in Vil- voorde en Zaventem.’

‘Uit onze analyse blijkt ook dat in de periode 2025-2026 (tegenover 2012-2013) er bij de 35 sterkste procentuele stijgers (meer dan 15% stijging), zeven gemeenten van de Rand staan: Zaventem (+34,8%), Asse (+31,5%), Grimbergen (+22,3%), Tervuren (+20,4%), Vilvoorde (+18,3%), Wemmel (+18,1%) en Merchtem (+16,3%).’

Hou je rekening met studierichtingen? Een Latijn-Grieks met vijf leerlingen kan het stellen met een klein lokaal. Meubelmakerij gebruikt machines en heeft meer ruimte nodig.
Groenez: ‘We houden rekening met de studierichtingen die leerlingen kiezen. Toch zetten we de capaciteitsnoden niet om in vierkante meters of aantal lokalen. Deze ruimtelijke vertaling zal elke school zelf moeten doen. Wij drukken capaciteitsnood uit in leerlingen.’

Signaalfunctie

Groenez en Surkyn benadrukken dat de gegevens van de capaciteitsmonitor vooral een signaalfunctie hebben. Het prognosemodel laat niet toe de toekomst perfect te voorspellen. Op lokaal niveau krijgt men echter wel een beter inzicht in de omvang en de duur van tekorten.

Gedetailleerde cijfers per gemeente worden momenteel berekend, maar zijn nog niet beschikbaar. De absolute cijfers voor Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tonen wel aan dat vooral in de grote steden, Antwerpen, Brussel en Gent de stijging van het aantal leerlingen meer dan gemiddeld is. Zo zou voor het basisonderwijs een tekort van meer dan 8.000 kinderstoeltjes ontstaan in Antwerpen over vier jaar (schooljaar 2020-2021). Schoolpendel kan een oplossing zijn om gebieden met een tekort aan plaatsen te laten doorstromen naar gebieden met een overschot aan plaatsen. Toch zou schoolpendel niet volstaat om de grote tekorten in Antwerpen en Brussel op te vangen.

In 2020: 250 tot 500 plaatsen tekort in Grimbergen en Halle.

Surkyn: ‘In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de capaciteit in het Nederlandstalig onderwijs - kleuterschool en basisschool - binnenkort te klein voor wie er woont. Opvallend is dat de uitgaande pendel stijgt, vooral door leerlingen die thuis geen Nederlands spreken. Het gaat dus niet om een witte vlucht uit Brussel maar om anderstaligen die Nederlandstalig onderwijs willen blijven volgen en op zoek moeten gaan naar scholen buiten Brussel, wat hen naar de Rand drijft.’

Investeren in extra plaatsen

In de commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement is het laatste woord over de verdeling van de middelen nog niet gezegd. Minister van Onderwijs Crevits: ‘Deze capaciteitsmonitor is een onontbeerlijk element om beleid te voeren. We moeten uitbreiden. Dat maakt deel uit van het Masterplan Scholenbouw. We schatten dat er 20.000 scholen zijn in het Nederlandstalig onderwijs. Daarvan is 50% voor 1970 gebouwd, 25% voor 1950. Er is dus ook een probleem van verouderde schoolgebouwen.'

'Dit jaar investeren we 50 miljoen euro extra in scholenbouw; in de begroting van 2016 komt er nog eens 50 miljoen euro bij. Nooit eerder hebben we zoveel geïnvesteerd in schoolinfrastructuur. Met de capaciteitsmiddelen van dit jaar creëren we 7.300 plaatsen bij in de lagere scholen in Vlaanderen. De noden blijven echter groot, de middelen beperkt. Reden te meer om de middelen zo efficiënt mogelijk te gebruiken.’