Ondertussen in de Rand: Komt na regen(boog) zonneschijn?
Op 17 mei, Dag tegen de homofobie, hingen vele steden en gemeenten in Vlaanderen de regenboogvlag uit. Een teken naar de holibigemeenschap én naar alle inwoners dat de tijd van de aanvaarding en gelijkheid wel degelijk is aangebroken. Vier gemeenten in Vlaams-Brabant haalden de vlag niet boven, om diverse redenen. Drogenbos was één van hen.
Mijn gemeente was blijkbaar niet genoeg geïnformeerd over het hoe en waarom en wou neutraal blijven en vooral… geen minderheidsgroepen voortrekken. Het is natuurlijk het goed recht van een gemeente om neutraal te willen blijven. Maar is deze uitdrukkelijke uiting van die neutraliteit wel of niet een signaal van non-neutraliteit? Is het een teken van onwetendheid of voelt het nog steeds onwennig om homo’s of lesbiennes in hun eigenheid te erkennen?
Ik weet het niet. Misschien was het gemeentebestuur inderdaad niet genoeg geïnformeerd en wist Drogenbos niet waar de vlag te halen en dan ook niet waar die te hangen. Misschien stond dit niet gestipuleerd in de aanbevelingen die als ‘niet voldoende informatie bevattend’ werden omschreven?
Feit is dat mensen wie het aanbelangd even de wenkbrauwen fronsen en beseffen dat hun gemeente niet direct open blijkt te staan voor de regenboog. Dit doet het even regenen in de harten van die mensen.
Ik heb veel begrip voor het beleid dat Drogenbos voert in verband met de taalkwestie. Het is bij mijn weten ook de enige gemeente met een bijzonder taalstatuut in de Rand die de taalvrede zo weet te behouden. Hier ook geen vlaggen en wimpels. Hier vooral communautaire vrede die in deze tijden een meer dan eervolle vermelding verdient. En deze ‘vrede’ blijft zich blijkbaar wel vertalen naar alle bevolkingsgroepen (lees taalgroepen).
Sssssstttt, stil maar. Na regen(boog) komt zonneschijn. Ik hoop het samen met de holibigemeenschap en samen met alle verdraagzame inwoners van Drogenbos.