01 jun '23

Niet gek,
wel sterk en
intelligent

1967
door Nathalie Dirix
Prinses Charlotte van België, keizerin van Mexico woonde ettelijke jaren in het kasteel van Boechout in Meise. Van haar werd gezegd dat ze waanzinnig was. Meer dan een eeuw later nuanceert schrijfster Kristien Dieltiens dat. ‘Ik wilde haar een vorm van eerherstel geven.’

Wat bracht je ertoe een boek over Charlotte van België te schrijven?

‘Ik vertoef graag in het verleden en met dit boek kon ik de teletijdmachine nemen naar de periode waarin Charlotte leefde. De echte aanzet voor het boek was echter een gesprek met mijn Mexicaanse schoondochter Natalia. Zij vertelde me dat ze zich als kind veel vragen stelde over Mama Carlota, de keizerin van Mexico die uit België kwam. Ik wist niet meteen over wie ze het had en vond dat een beetje gênant, tot ik me haar naam uit de geschiedenislessen herinnerde: Charlotte, de jongste dochter van koning Leopold I en zus van Leopold II. Ik deed wat opzoekingswerk en vernam dat ze op 17-jarige leeftijd gehuwd was met aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk en daardoor enkele jaren keizerin van Mexico was geweest. Dat Mexicaanse verhaal eindigde dramatisch met de dood van haar man.’

‘Op latere leeftijd werd ze weggestopt in het kasteel van Bouchout in Meise. Er wordt beweerd dat ze waanzinnig was en waarschijnlijk heeft ze een aantal keren psychoses meegemaakt, maar haar wegzetten als waanzinnig is te kort door de bocht. Als je haar van naderbij bestudeert zie je een sterke, intelligente vrouw die jaren werd onderdrukt. Met mijn boek wil ik haar waardigheid teruggeven.’

Hoe zou je de evolutie van Charlotte beschrijven?

‘Ze verloor haar moeder toen ze tien was. Dat had een enorme impact op haar. De warmte die een kind nodig heeft om op te groeien, heeft zij niet gekend. Ze verloor zichzelf al op heel jonge leeftijd in boeken. Door het lezen van Griekse filosofen en Engelse schrijvers als Jane Austin had ze heel romantische ideeën over de liefde. Ze leefde ook in een tijd waarin de romantiek hoogtij vierde. Wat echter onvoldoende is geweten, is dat ze een sterke persoonlijkheid had. Zij heeft meerdere keren haar nek uitgestoken voor het Mexicaanse volk. Zo schafte ze de slavenarbeid af. Of liet de paus weten dat ze voorstander van godsdienstvrijheid was. Dat deed ze omdat ze het Mexicaanse volk de vrijheid wilde geven om haar eigen goden te eren. Die brede kijk op de dingen was toen bijzonder revolutionair. Ze was duidelijk niet bang om het establishment voor de borst te stuiten.’

Toch is ze in een diep dal geëindigd.

‘Rond haar 40e was ze moegestreden. Veel had te maken met de manier waarop haar broer Leopold II haar buiten spel heeft proberen te zetten. Tussen haar 29e en 39e leed ze aan depressies en had ze psychoses. Situeer dat in een tijd waarin naar mannen werd gekeken als rationele wezens, naar vrouwen als emotionele schepsels, en je begrijpt hoe moeilijk het voor haar geweest moet zijn om au sérieux genomen te worden.’

In je boek schrijf je: ‘De waarheid kent vele gedaantes. De waanzin is er een van. Waanzin verbergt het ondraaglijke van de realiteit in de plooien van de verbeelding’. Wat bedoel je daarmee?

‘In de waanzin worden vaak rake dingen gezegd. Je zou kunnen zeggen dat Charlotte, door alles wat ze heeft meegemaakt en niet verwerkt kreeg, een uitweg uit haar keurslijf zocht. Haar psychoses waren een vorm van ontsnapping. Een manier om haar lijden te verzachten.’

De roos keert vaak terug in je roman. Waarvoor staat de roos symbool?

‘Haar moeder was gek op rozen. Ze leerde Charlotte op jonge leeftijd rozen schilderen. Haar moeder dronk ook graag wilde rozenthee. Rozen brengen Charlotte terug naar de jaren waarin ze het gelukkigst was. De roos staat ook symbool voor de manier waarop men in haar tijd naar de vrouw keek. De bloem die opengaat, maar die ook doornen heeft. Je laat je niet zomaar plukken als vrouw. Op een bepaald moment is ze in contact gekomen met de zogenaamde Rozenkruisers, een alchemistische groep die stelde dat je de god niet buiten jezelf maar in jezelf moet zoeken. Die levensfilosofie fascineerde haar. Dus ja, de roos keert niet toevallig vaak terug in het verhaal. In die tijd werden rozen trouwens ook in gerechten verwerkt.’

In een interview stelde je onlangs: ‘Hoe meer ik me in het leven van Charlotte verdiepte, hoe bozer ik werd op de mannelijke tunnelvisie waarmee over haar werd geschreven’. Wat maakte je vooral boos?

‘Ik denk aan de denigrerende taal waarmee een generaal over haar heeft geschreven. Hij had het over de reden van haar kinderloosheid. Hij stelde dat ze een man-vrouw was geworden en dat ze daardoor geen kinderen kon krijgen. Als je dat leest, dan kan je niet anders dan boos worden.’

We bevinden ons voor het interview in het blauwe salon van het kasteel van Bouchout, de plek waar Charlotte graag verbleef. Wat zou je haar zeggen mocht ze hier zijn?

‘Het ontroert me om hier te zijn. Mocht ze naast me zitten, dan zou ik haar in mijn armen pakken en eens goed knuffelen. Ik zou proberen haar wat warmte te geven. Volgens mij is het dat wat ze het meest heeft gemist in haar leven.’

Wat hoop je dat de lezer zal onthouden van Carlota?

‘Door mijn research ben ik steeds meer gefascineerd geraakt in haar zoektocht. Haar authenticiteit. Haar streven als vrouw om haar plaats in het leven te vinden. Ik hoop dat de lezer haar, net zoals ik, in zijn hart sluit. En als dat niet kan, laat er dan tenminste met meer mildheid naar haar gekeken worden.’

Kristien Dieltiens, Carlota: de vrouw die rozen at. Borgerhoff & Lamberigts, 2023, 472 pg.