26 jun '13

Waterslakken, bestaan ze echt?

9796
door Herman Dierickx

Landslakken kent ongeveer iedereen. Zeker tuinliefhebbers kunnen er over meespreken. Meestal zijn we ze liever kwijt dan rijk. Onlangs deed iemand een verhaal over slakken die hij in zijn tuinpoel had gevonden. ‘Is dat normaal, slakken die zwemmen?’, vroeg hij zich af.

Jawel, waterslakken bestaan. En er zijn nogal wat soorten. Je hebt poelslakken (zie foto), posthoornslakken en schijfhorenslakken. In heel wat poelen en vijvers vind je ze terug. Het gaat over huisjesslakken. Je ziet ze in water dat wat kalk bevat. Die kalk hebben ze nodig om hun schelp aan te maken. Waterslakken hebben een hekel aan zuur water omdat ze daarin te weinig kalk vinden.

Deze dieren kunnen heel algemeen zijn, maar in tegenstelling tot landslakken hebben ze niet zo’n negatieve reputatie. Hun leven speelt zich immers onder de waterlijn af en dus buiten het zicht. Het gaat meestal om afval- of algeneters en daardoor vind je weinig sporen terug van hun aanwezigheid. Vooral de poelslakken zie je regelmatig bewegen aan het wateroppervlak. Ze komen lucht happen omdat ze ademen met een long en niet met kieuwen zoals zoveel andere waterdieren. De andere slakkengroepen leven dieper in de poel en zijn met het blote oog nauwelijks zichtbaar.

Waterslakken kunnen leven in water van gemiddelde kwaliteit. In erg vervuilde milieus geven ze verstek door het gebrek aan degelijk voedsel. Bovendien hebben ze vegetatie nodig voor hun voortplanting en die vind je daar niet. Een stevige poelslak haalt lengtes tot zes centimeter; best veel in vergelijking met andere waterslakken. Ze zijn niet eetbaar en kunnen verschillende jaren leven. Net als de meeste slakken zijn ze hermafrodiet. Eén diertje kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Tja, zo is het wel heel makkelijk om je voort te planten...