Nat en droog
De provincies spelen hierin een belangrijke rol omdat ze een groot aantal kilometer waterlopen beheren. Het gaat om beken van categorie II, zoals je er in de Rand veel hebt. Dan gaat het bijvoorbeeld over de Maalbeek in Grimbergen of de Zuunbeek in Sint-Pieters-Leeuw (zie foto).
Ook de gemeenten zijn een belangrijke betrokken partij omdat zij de waterlopen van categorie III voor hun rekening nemen. Die zijn beduidend kleiner dan die van categorie II. Er zijn er zelfs heel wat bij die geen officiële naam hebben. En ook Aquafin, VMM en de Regionale Landschappen zijn belangrijke spelers in de waterkwestie.
Vandaag nemen deze instanties heel wat initiatieven om de waterhuishouding te optimaliseren, zoals dat dan heet. Echter, op heel wat plaatsen vervalt men nog teveel in de oude kennis en de ermee gepaard gaande infrastructuurwerken. De aanleg van wachtbekkens is er daar eentje van. Die kosten handenvol geld, maar zijn lang niet altijd de beste manier om lokale problemen op te lossen.
Toch houdt men daar nog veel aan vast, ‘want we werken al tientallen jaren op deze manier’. Dat is het nu net. We zouden veel meer de platgetreden paden moeten verlaten en deze waterlopen bekijken als een levend geheel. Zowel de waterloop zelf als de ruimte tussen de winterdijken op de linker- en de rechteroever vormen een dynamisch geheel als ze daar de kans toe krijgen.
Vandaag is dat nog steeds veel te weinig het geval, en de tijd dringt als we klaar willen geraken tegen een klimaatcrisis op volle kracht. Mag dit een pleidooi zijn om het geweer van schouder te veranderen en andere accenten en prioriteiten te leggen in ons waterlopenbeheer? Als we van de gelegenheid gebruik maken om te kiezen voor meer natuurlijke oplossingen staan we meteen een pak verder dan nu. Maar dan moeten we eerst wel weten hoe die natuurlijke hydrologie in elkaar zit. Benieuwd hoe dit plaatje er binnen pakweg tien jaar zal uitzien.