01 nov '24

Tuinprincipe 9

652
door Herman Dierickx
In november zitten we midden in de herfst en dan is het beste wat je in een ecologische siertuin kan doen: niets. Dat geldt trouwens ook voor de komende maanden, tot en met februari. Als de tuin min of meer volgroeid is, blijf je er beter af en laat je vooral het ondergrondse leven ongemoeid. De bovengrondse soorten zijn al in rust en dat hou je zo.

Als sommige bomen of struiken wat ver doorgroeiden, zoals in het voorbije natte jaar, kan je overwegen om ze wat in te korten of te snoeien. Doe dat liefst niet te drastisch en zorg er voor dat er volgende lente bloemen op komen, want dat is essentieel voor veel insectensoorten. Een gouden tip voor klimop: er is maar één goeie snoeimaand voor deze topsoort en dat is april. Vanaf mei beginnen de bloemknoppen zich te ontwikkelen om vanaf september te bloeien en de hele winter vrucht te zetten. Dat allemaal wegsnoeien zou zonde zijn. Bovendien bloeien enkel de opgaande takken van klimop, dus heb je er alle belang bij om die te sparen gedurende het hele jaar. Nogmaals, enkel april komt in aanmerking om deze stevig doorgroeiende soort wat in te tomen.

In november kan je er stilaan aan denken om de vogels te voederen. Als je ermee begint, is het de bedoeling om dat zeker vol te houden tot een eind in de maand maart. Wat we dikwijls vergeten, is om in koude tijden te voorzien in drink- en badderwater. Gewoon koud regenwater dat je om de twee dagen ververst, is de beste optie. Niet verwarmen en al zeker geen zout of suiker toevoegen tegen het bevriezen. Gewoon toedienen in een ondiepe schaal met maximum vijf centimeter water is ideaal. Als je er wat stenen inlegt, is de kans op verdrinking erg klein. Let er best op dat je het schaaltje ergens open en bloot plaatst, bijvoorbeeld op een verhoog of paaltje waar de katten niet bij kunnen. Een ander voordeel van zo’n plaats is dat de vogels predatoren zoals kraaiachtigen of roofvogels zien naderen. Ze hebben dan de tijd om in de naburige (doorn)struiken te vluchten.