Tuinprincipe 7
ot een tiental jaar geleden was het een goed idee om ook in de lente te zaaien, maar de jongste tijd zien we dat er dan altijd wel problemen opduiken. Of het is te koud, te nat, te warm of te droog, en dan moet je in de vroege herfst toch herbeginnen.
De bodem heel licht oprakelen, inzaaien en dichtrollen is de beste optie. Je moet natuurlijk wel kiezen voor het juiste mengsel, en dat gaat samen met de bodemtypering. Je zaait nu eenmaal andere soorten in pure zandgrond dan in zware zandleem- of leemgrond. Ken je bodem is dus een belangrijk element voor je er aan begint. Zaaien doe je best een paar dagen voor het gaat regenen. Als dat goed zit, hoef je nooit meer water te geven want met de winter die er over heen gaat, zit het automatisch goed op dat vlak. Eens gezaaid laat je de opkomende vegetatie met rust tot juni van het jaar erop. Dan kan je een eerste keer maaien en afvoeren. De tweede maaibeurt volgt in oktober.
Als je je daar goed op concentreert, leeft de buurt op van de vele insecten die nectar en stuifmeel komen halen. Daarvan is er overal te weinig, dus als je helpt om daar wat aan te doen, is dat een goede zaak voor de plaatselijke natuur. Of het dan gaat om grote of kleine oppervlakken maakt niet zoveel uit, want elke vierkante meter telt. Maar als je veel plaats hebt, is een grote bloemenweide natuurlijk interessanter dan een kleine, dat spreekt voor zich.
Een bloemenweide zaaien doe je voor de wilde bijen, vlinders, zweefvliegen en dergelijke. Het is geenszins de bedoeling om er een bijenkorf bij te plaatsen want dan is de concurrentie voor de wilde soorten veel te groot en blijven die letterlijk en figuurlijk op hun honger.