01 mei '24

Tuinprincipe 5

1004
door Herman Dierickx
Als er een maand is waarin de tuin alle rust verdient, is het wel mei. Dan liggen niet alleen veel vogels met jongen, maar ook veel insecten en zoogdieren hebben dan hun poten vol met de zorg voor hun kroost.

Jonge dieren van welk beest ook zijn in de kwetsbaarste periode van hun leven, en dan laat je ze best zoveel mogelijk met rust. Mei is trouwens de maand waarin katten het meest jonge vogels en zoogdieren doden. Een extra inspanning om ze binnen te houden, is meer dan welkom. Per jaar gaan op die manier honderdduizenden dieren verloren, en dat blijft toch een jammerlijke vaststelling.

Rust in de tuin is er natuurlijk ook voor alle volwassen individuen die daar aanwezig zijn. Het is het moment dat veel libellen, solitaire bijen en zweefvliegen hun leven maken, en verstoring is voor veel soorten een onoverkomelijk probleem om te overleven. Als ze zich geen zorgen hoeven te maken over voldoende voedsel in de vorm van nectar en stuifmeel van veel wilde bloemen is dat toch al geregeld. Dat heb je zelf in handen door al die soorten van zoveel mogelijk plantenfamilies te zaaien of te planten. Planten kan je zowat het hele jaar door, zaaien stel je best uit tot september. Daar komen we nog op terug.

Hoe diverser het bloemenaanbod, hoe diverser de dierenwereld die er afhankelijk van is. De combinatie siertuin-moestuin, eventueel ondersteund met een boomgaard en/of voedselbos is een ecologische voltreffer als je de plantensoorten goed kiest. Combineer je dat nog met een poel dan kan het onmogelijk beter. Ook daar komen we in september op terug omdat dat de beste maand is om een poel aan te leggen.