01 mrt '25

Tuinprincipe 12

201
door Herman Dierickx
Zowat alle tuintips die tot hiertoe de revue passeerden, gingen vooral over handelingen die je wel kan doen in de siertuin. Dit is er eentje over wat je beter niet doet. En dat dan nog in de maand april, de maand waarin de handen van vele tuinliefhebbers onophoudelijk jeuken om toch maar de grond te beroeren, te planten en te zaaien.

Vergeef het ons, maar we raden dit ten sterkste af. De belangrijkste reden is duidelijk: klimaatonstabiliteit. Waar je tot voor twintig jaar zeker was van het weer in april, was dat de voorbije jaren allerminst het geval. Meer nog, sinds 2017 was er geen enkel voorjaar echt geschikt om te zaaien. Het was altijd iets: te droog, te nat, te warm, te koud. Als je dan de prille zaden wil rondstrooien, loopt het zo goed als zeker verkeerd af en kan je in de herfst herbeginnen. Dat levert veel verloren tijd en zaaigoed op. Het is dus beter er niet aan te beginnen en meteen uit te stellen tot dé zaaimaand bij uitstek: september. De voorbije tien jaar was er in die maand altijd wel een geschikte periode voor. Van de eerste keer goed is een goede richtlijn om in het achterhoofd te houden.

Voor wat het planten betreft kan je wat soepeler zijn omdat je dat in zowat elk seizoen kan doen. Toch is zelfs in april voorzichtigheid geboden want de voorbije jaren kregen we dikwijls een pittige lentevorst, en dan is planten geen goed idee.

Aangezien april een steeds wispelturiger weerbeeld oproept, beperk je de siertuinactiviteiten best tot het inbrengen van waterplanten in poel of vijver (zie RandKrant april 2024). Zo kan deze maand er eentje worden om te genieten en het lentegeweld te zien losbarsten. De lenteplanten komen in bloei, heel wat vogels broeden, veel zoogdieren liggen met jongen. Het zijn evenzoveel redenen om de natuur en de siertuin met rust te laten zodat de beestjes ongestoord voor hun kroost kunnen zorgen.