Kunstmestdroogte
Onze boeren zagen de bui al snel hangen en ze zijn vragende partij om meer stalmest te mogen uitrijden om het kunstmesttekort op te vangen. Als die stalmest van goede kwaliteit is, met bijvoorbeeld veel stro en geen antibiotica, is er winst voor mens en natuur. Drijfmest is dan weer geen goede zaak, want te geconcentreerd en te gevoelig voor uitspoeling naar grondwater en beken.
De gevolgen van de kunstmestschaarste gaan nog veel verder. Zeker als je weet dat planten mycorrhiza nodig hebben om goed te groeien. Dat zijn schimmels en bacteriën die ervoor zorgen dat planten water, voedingsstoffen, mineralen en sporenelementen beter kunnen opnemen uit de bodem. In ruil geven de planten suikers aan de mycorrhiza en zo ontstaat een prachtige ondergrondse samenleving met voordeel voor alle betrokkenen.
Laat het nu zo zijn dat kunstmest deze mycorrhiza doodt. Bij het jaarlijks ploegen gaan nog eens veel van de levensnoodzakelijke schimmels en bacteriën dood. Elk jaar opnieuw moeten ze zich hiervan herstellen, maar na een tijd is het op en is geen regeneratie meer mogelijk. Dan kunnen gewassen enkel nog groeien met het jaarlijks toediening van kunstmest. Die nemen de planten wel makkelijk op, maar dan groeien ze wel in een dode bodem. In een landbouwsysteem van monoculturen kan dat vele decennia meegaan, tot het elastiekje breekt en de bodem er de bui aan geeft. In de Great Plains in de Amerikaanse Midwest kunnen ze je er alles over vertellen. Daar laat men nu miljoenen hectare landbouwgrond braak liggen om te regenereren. Dat lukt aardig, maar het vraagt veel tijd. Wetenschappers denken dat er ook bij ons een tijd zal komen dat de bodem zodanig uitgeput raakt dat enkel het braak leggen nog kan leiden tot herstel.