‘Laat beleidsmakers werken in sectoren
waarvoor zij bevoegd zijn’
Wat kan jij dat veel andere mensen niet kunnen?
‘Verhalen vertellen op muziek. Ik ben gepassioneerd door de Nederlandstalige woordkunst. Zo schrijf ik rijmverzen op hiphop beats en liedjesteksten op akoestische kleinkunst. Waarom? Omdat ik van muziek hou en omdat ik wil aantonen hoe creatief je met de Nederlandse taal kan omspringen.’
Waar kijk je in het dagelijks leven vaak tegenop?
‘Racen tegen de klok om van punt a naar punt b te geraken.’
Wanneer ervaar je echte geluksmomenten?
‘Soms beleef je intense momenten of bevind je je op een wondermooie plek. Je wilt dat gevoel vereeuwigen, die momenten vastleggen op geluid, in tekst, op beeld. Hoe hard je ook probeert, je beseft dat die indrukken te uniek zijn om ze vast te houden. Dan weet je het 100% zeker: dit is gelukzaligheid!’
Wat maakt je ongelukkig?
‘Miserie.’
Welke jonge mensen bewonder je en waarom?
‘Elke jongere die van de wereld een mooiere plek wil maken en als principe ‘vrijheid en gelijkheid voor iedereen’ huldigt.’
Wat zou je meteen doen als je eerste minister was?
‘Ik zou alle beleidsmakers minstens drie maanden laten werken in de sectoren waarvoor zij bevoegd zijn.’
Welk voorwerp zou je niet kunnen missen, behalve je smartphone?
‘Oh, wat zou ik mijn smartphone zo graag nog eens kwijt willen spelen… (lacht) Wanneer ik mijn smartphone (weer eens) verlies, of ik eens zonder zit, dan staat mijn beste vriendin meteen klaar met een oud model. Om er zeker van te zijn dat ik toch ietwat bereikbaar blijf. Ik ben niet zo telefoonminded. Ik ben graag eens weg van de wereld. Wat ik echt zou missen, is mijn fiets, want ik rij niet met de wagen.’
Wie is je favoriete personage en waarom?
‘Ik heb geen favoriete personage, maar ik hou wel van de underdog. Iemand die kansloos lijkt en uiteindelijk toch al de kaarten in handen krijgt om triomfantelijk te eindigen.’
Wat is het meest speciale dat je persoonlijk al hebt meegemaakt?
‘Mijn levensverhaal is best wel uniek. Ik ben een Belgische met Congolese roots. Als klein kind werd ik geadopteerd. Mijn biologische ouders ontmoetten mijn Belgische ouders in Strombeek. Ze waren bevriend nog voor ik werd geboren. Ik werd samen met mijn biologische broers Pemba en Kim opgevangen door het Vlaamse gezin in Strombeek, waar ik ook mijn echte thuis vond. Bij mijn Congolese ouders zijn we met vijf kinderen. Ik heb er nog een jongere zus en broer. Bij mijn ouders in Strombeek vervoegden Pemba, Kim en ik een groot gezelschap van 12 mensen: 9 jongens en 3 meisjes. Mijn Vlaamse ouders hadden dus al 9 kinderen voor ze ons adopteerden.’
Wat wil je later worden?
‘De beste versie van mezelf.’
Doe eens een toekomstvoorspelling?
‘We maken dezelfde fouten als in het verleden. We hebben er wel een technisch beter onderbouwde uitleg voor.’
Wat was er vroeger beter?
‘We leven steeds meer in een online wereld. Samen en toch apart. Eén community, maar ieder op zijn eilandje. Soms voelt het aan alsof we wat vereenzamen. Ontmoetingen en communicatie in de offline wereld zorgen voor een sterker gevoel van gemeenschap.’
Welk artistiek werk wil je iedereen aanraden?
‘De film The Color Purple van Steven Spielberg. En lees daarna het boek van Alice Walker waarop de film is gebaseerd. Je begrijpt meteen waarom het boek beter is dan de film.’
Wat is het mooiste plekje in je omgeving?
‘Ik groeide op in Strombeek, maar intussen woon ik met mijn vriendin in Machelen. Ik hou van groen. Toen ik nog bij mijn ouders woonde, ging ik heel graag naar de Piereman wandelen met onze hond Charlotte. In Machelen wandel ik langs de Bosveld-site met onze hond Toffee.’