'Opstaan om 2.30 uur?
dat kan toch iedereen'
Lefever is vergroeid met de vroegmarkt MaBru, vlakbij de Van Praetbrug in Laken. De man uit Hoeilaart is bloemenkweker, maar ook vertegenwoordiger van de handelaars op de vroegmarkt. ‘Ik leg contacten tussen de handelaars en het bestuur van de markt. Probleempjes oplossen, brandjes blussen.'
'Soms heb je situaties die wat uit de hand lopen. Enkele weken geleden nog was er een handelaar die een pallet met lege kisten pal voor het kraam van een van zijn concurrenten had neergepoot. Die laatste was natuurlijk razend. Ik heb de dader tot de orde geroepen en hem de kans gegeven om uit eigen beweging zijn pallet te verplaatsen. Hij mag van geluk spreken dat er iemand is als ik, want als het bestuur moet tussenkomen, gaat dat met boetes gepaard. Ik probeer de boetes voor te zijn.’
GEEN KOELKASTEN
Maar over het algemeen gaat het er op de markt gemoedelijk aan toe. ‘We zijn allemaal zelfstandigen en hebben een gemeenschappelijk doel. De groentehandelaars komen hier om 22u aan en vertrekken pas om 7u ‘s morgens.’ Waarom gebeurt de handel ’s nachts? ‘De vroegmarkt is een fenomeen van lang geleden toen er nog geen koelkasten of diepvriezers bestonden. In die tijden moesten groenten en fruit voor dag en dauw verkocht worden, zodat de handelaars vanaf de eerste uren met hun verse goederen konden uitpakken.’
Op de vroegmarkt ontmoet Lefever verschillende soorten mensen. ‘Er zijn twee soorten klanten. De eerste golf passeert iets over middernacht. Dat zijn vooral restaurateurs, mensen die hun keuken rond 23 uur sluiten en dan meteen verse voorraden inslaan voor de dag nadien. Ze kopen hun goederen en kruipen dan in bed. Om 4 uur volgt er een tweede golf, veelal uitbaters van kruideniers en superettes. Zij doen hier hun inkopen in de vroege ochtend. Na 10 uur is de vroegmarkt afgelopen.’
'Je dochter heeft me net gevraagd of je hier nog woont, zei ze. Dat komt aan natuurlijk.'
Elke dag om 2.30 uur opstaan, daar draait Lefever zijn hand niet voor om. ‘Het is een gewoonte om ‘s nachts te leven. Iedereen kan dat. Als bloemenkweker ging ik eerst naar de veiling. Daar wordt per opbod verkocht en durven de prijzen al eens schommelen. Op de vroegmarkt krijgen we standaardprijzen die vaststaan. Dat vind ik beter, want zo heb je minder onzekerheid.’ Daardoor moet hij wel ’s nachts werken. ‘Om 2.30 uur kom ik vanuit Hoeilaart naar Laken, om 4 uur verwelkom ik mijn eerste klanten. Dat zijn vooral floristen en kruideniers. Ik sta hier tot 7.30 uur, dan pak ik terug in en voer ik wat bestellingen uit. Rond 10 uur kan ik naar huis. Ik doe een dutje en in de namiddag ga ik aan de slag in de kwekerij.’
IMPACT
Zo’n nachtbestaan heeft impact op het familieleven. Lefever heeft er een straffe anekdote over. ‘Toen mijn kinderen nog jong waren, nu zijn het twintigers, kwam ik ooit eens thuis van de vroegmarkt en trof ik mijn vrouw in shock aan. Je dochter heeft me net gevraagd of je hier nog woont, zei ze. Dat komt aan natuurlijk. Nu zijn mijn kinderen volwassen en nemen ze het me niet meer kwalijk. In ieder geval heeft dit werk zijn weerslag op de rest van je leven. Als ik op vakantie ben, ben ik altijd als eerste op. Tot 9 uur in bed blijven liggen? Voor mij is dat onmogelijk.’
Kan hij het beroep van bloemenkweker aanraden? ‘Het is een prachtig beroep, maar jammer genoeg zijn er weinig beloningen aan verbonden, op financieel noch op moreel vlak. Vroeger kwamen mensen al eens naar me toe om te zeggen hoe prachtig ze mijn planten vonden. De voorbije jaren gebeurt dat niet meer. Nu komen ze eerder klagen omdat het elders goedkoper is. Bovendien is er minder vraag naar bloemen. De crisis, ja. Kijk maar rond, je ziet veel minder bloemen aan balkons of in voortuinen.’
Toch ziet Lefever de toekomst positief in. ‘De vroegmarkt bijvoorbeeld, zal altijd blijven bestaan. Dat is uniek. Ik herontdek hier nog elke maand originele of zeldzame groenten of fruitsoorten die ik was vergeten. Prachtig toch?’