01 feb '17

Werkdruk is toegenomen

10017
door Patrick Gijssels
‘Neem een luchtfoto van mijn bureau, zo zie je waarmee ik bezig ben’, lacht Jan De Gols en hij zwaait met zijn arm door het lokaal. Elke centimeter bureau of tafelblad is bezaaid met folders, mappen, flyers, kartonnen dozen en dossiers. De Gols is de duurzaamheidsambtenaar van de gemeente Meise.

Meise heeft een uitgebreide, moderne website. Toch vond ik het woord duurzaam of duurzaamheidsambtenaar niet terug.
‘Dat wist ik niet en ik vind het ook niet belangrijk. Duurzaamheid is het meest misbruikte woord van de laatste twintig jaar. Duurzaamheidsambtenaar is een titel die dateert van enkele jaren terug, toen er milieuovereenkomsten bestonden tussen de gemeenten en de Vlaamse overheid, de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013. De titel is wel blijven bestaan.’

Waar ben je vooral mee bezig?
‘Wat mij de laatste maanden bezighoudt, is het Burgemeestersconvenant. Bijna alle gemeenten van Vlaams-Brabant hebben het ondertekend. Daarmee gaan ze een engagement aan om tegen 2020 de CO²-uitstoot van gemeente en inwoners met 20% te verminderen.

In eerste instantie focussen wij op onze eigen gebouwen. Elke gemeente heeft hetzelfde probleem: gebouwen, scholen, een sporthal en zwembad, die in de jaren 70 en 80 zijn neergepoot, vreten te veel energie. Dat moet naar omlaag. Daarvoor maken we een overheidsopdracht waarbij een bedrijf bijvoorbeeld vijftien jaar garandeert dat energie- en waterverbruik niet zullen stijgen en investeert in vernieuwing.

Dat is ontzorging van de kant van de gemeente. Is het contract gedaan, dan heeft de gemeente een milieuvriendelijker gebouw. Het opmaken van deze dossiers vraagt veel tijd. Voor één gebouw heb ik vijftien mappen met technische informatie geanalyseerd.’

‘Je kan bij onze milieudienst terecht voor gratis planadvies. Dat houdt in dat je met je architect langskomt voordat je bouwt of herbouwt en kan overleggen met een gespecialiseerde architect, ondersteund door het Steunpunt Duurzaam Bouwen. Spijtig genoeg kennen heel wat mensen het planadvies niet en komen ze pas met onze dienst in contact als hun huis gebouwd is en ze hun compostvat komen halen.’ (grijnst)

‘Algemeen ligt de focus van de gemeente op het bewaken van eigen energie-, water- en brandstofverbruik van gebouwen en wagens. Maandelijks analyseren we het verbruik van een 160-tal meters. Is er een onregelmatigheid, dan verwittigen we de verantwoordelijken onmiddellijk. De analyse is handig voor de dienst financiën om een volgende begroting op te stellen. Wij vinden het vooral nuttig omdat het milieu er wel bij vaart.’

‘Duurzaamheid is het meest misbruikte woord van de laatste 20 jaar.’

‘Ik mag ook Sinterklaas spelen om minder energie en water te laten verbruiken. Sinds 2009 hebben we bijvoorbeeld de isolatie van 1.200 daken gesubsidieerd, op een totaal van 7.000 woningen in Meise. In tegenstelling tot de meeste andere gemeenten in de regio blijven wij energiebesparende maatregelen voor particuliere woningen financieel ondersteunen.’

‘Het engagement voor het Burgemeestersconvenant nodigt uit tot burgerparticipatie. Zo geven wij sinds eind vorig jaar zeven inwoners een opleiding om nadien vrijwillig bij buren en vrienden de woning door te lichten met een infraroodcamera. Waar verliest het huis energie en wat kan je eraan doen? Al deze acties zorgen voor een vermindering van de energie-uitstoot.’

‘Onze dienst is een avond per week beschikbaar voor informatie over milieu, zodat wij inwoners buiten de kantooruren kunnen helpen. Ik krijg ook heel wat telefoons. Iemand heeft een dode vos gezien op straat, heeft afval zien verbranden in een tuin of merkt dat een beek plots vervuild is. Een wilde kat moet worden gesteriliseerd, er is ergens gesluikstort of iemand wil meer info over een compostvat. Allemaal opdrachten voor de milieudienst.’

Wat is er veranderd sinds je negen jaar geleden aan de slag ging op de milieudienst?
‘Zonder twijfel de werkdruk. Vooral door de toegenomen wetgeving op alle niveaus: Europees, federaal, Vlaams, provinciaal, gemeentelijk. Wat ook veranderd is, in positieve zin, is het milieubewustzijn van de inwoners.

Sinds 2009 organiseren wij bijvoorbeeld zwerfvuilacties. Telkens krijgen we hulp van 120 tot 180 vrijwilligers. Sommigen ruimen zelfs het hele jaar door zwerfvuil op. Wat ik ook positief vind, is de houding van anderstaligen tegenover het Nederlands. Meer dan vroeger leren mensen Nederlands en als het echt niet lukt, komen ze met een tolk. Dat was vroeger een probleem, nu is dat anders.’