De diplomatieke post van de Europese Unie
We vragen het aan Danny Jonckx, 55 jaar en een echte Randfiguur: opgegroeid in Wezembeek-Oppem, verhuisd naar Wemmel en binnenkort terug naar de Oostrand, naar Duisburg, Tervuren. ‘Wat wij doen? De diplomatieke post van de Europese Unie versturen.'
'De EU heeft 28 lidstaten met een centraal postadres in elke hoofdstad, vertegenwoordigingen in bijna elk land van de wereld en bij de Verenigde Naties in New York, en agentschappen zoals Frontex in Polen. Wij hebben ongeveer 200 vaste adressen. Elke douanedienst moet de blauwe postzak van de EU voor één van deze 200 bestemmingen, ongeopend doorlaten. Daarover bestaan internationale afspraken, de zogenaamde Vienna-conventie.’
Wat doe jij concreet?
‘Kijk, dit is een blauwe, verzegelde postzak van de EU-collega’s in Washington. Hij is gescand voordat wij hem krijgen. Wij openen de zak en maken hem leeg. De inhoud bestaat uit omslagen, brieven of mappen waarop de bestemming staat. Die sorteren we. Alles voor Dhaka, Bangladesh in een bak, alles voor Parijs in een andere.
Als er een ander adres op staat dan één van onze 200 vaste adressen, dan is het normale post voor de collega’s dus. Wij doen enkel diplomatieke post. Van en naar Brussel, en tussen de delegaties en vertegenwoordigingen. Want als de EU in New York iets via diplomatieke post naar Canada wil versturen, komt de zending eerst naar Brussel. Eigenlijk zijn wij een centrale koerierdienst.'
'Als we vervolgens een pallet of zak klaarmaken voor verzending naar bijvoorbeeld Lima, maak ik een goederenlijst op van de belangrijkste stukken. Die verstuur ik elektronisch naar de collega’s in Peru, een pre-alert noemen we dat. Zo weet de bestemmeling wat eraan komt. De lijst zelf steken we ook in de zak voordat we hem sluiten.'
'In Peru gebeurt hetzelfde als in België: de douane laat de postzak door, een EU-collega controleert de inhoud via de scanner, een andere collega opent de zak en controleert of de inhoud en de goederenlijst overeenkomen. Omdat ik dagelijks post verdeel, ken ik zo goed als alle hoofdsteden van de wereld uit mijn hoofd.’
Mauritanië?
Jonckx lacht: ‘Nouakchott’.
Costa Rica?
‘San José. En Vlaanderen? Brussel! (lacht hard). Als ik dat aan Franstalige collega’s vraag, antwoorden ze steeds Antwerpen. Nee, zeg ik dan, het is Brussel. Dat begrijpen ze niet. Maar Brussel heeft toch een apart statuut, hoe kan het dan de hoofdstad van Vlaanderen zijn? Waarom is dat toch allemaal zo complex?, vroeg iemand. Dat weet ik ook niet.’
Welke talen spreek je hier?
‘Vooral Frans. Bijna iedereen in dit gebouw is Franstalig. Tja, Nederlands is wel een officiële EU-taal, maar de gebruikelijke werktalen zijn Frans, Engels en Duits. Het zal daardoor komen, zeker? Er zijn ongeveer 63 EU-gebouwen in Brussel. In enkele is de voertaal Engels, voor de rest is het Frans.’
Bij diplomatieke post denk je gemakkelijk aan smokkel. Is het mogelijk om bloeddiamanten of drugs te versturen? Zijn er drugshonden?
‘De honden zijn er niet. Spijtig, want ik zou er mee kunnen spelen (lacht). De controles zijn heel scherp. Privéspullen zoals bijvoorbeeld medicijnen die ter plaatse niet verkrijgbaar zijn, kunnen verstuurd worden na toelating van de European External Action Service van de EU. Al wat in papieren vorm ter plaatse moeilijk te verkrijgen is, kan via de diplomatieke post. De tweede reden is dat we verzenden via een koeriersbedrijf, wat sneller verloopt dan via de postdiensten.’
Heb je een graad of een bepaald statuut nodig om iets te verzenden via de diplomatieke post?
‘Nee, al wie voor de EU werkt, kan beroep doen op onze dienst om iets te versturen naar één van de vaste adressen, uiteraard enkel als het om professionele redenen is.’
Je werkte voordien veertien jaar voor de koerierdienst DHL. Wat trekt je aan in dit werk?
‘De helft is kantoorwerk, de andere helft is fysiek. Dat heb ik nodig. Ik beweeg, sorteer, loop rond, daarmee blijf ik in shape. Creatief is het soms ook. Bijvoorbeeld om betere werkprocedures uit te denken. Ik vind het nog steeds een uitdaging om mijn werk goed te doen, ervoor te zorgen dat een pakket voor Rabat niet terechtkomt in Santo Domingo (lacht).