Van Expo tot Groot-Bijgaarden
Soms maakt nostalgie zich meester van onze herinneringen en krijgen gebeurtenissen uit het verleden mythische proporties. Misschien is dat bij Expo 58 ook wel het geval. Zestig jaar na datum zou het kunnen dat de wereldtentoonstelling rooskleuriger in het collectieve geheugen is blijven hangen dan de waarheid gebiedt, maar dat neemt niet weg dat Expo 58 de veruitwendiging was van het toekomstoptimisme uit die tijd. In die naoorlogse jaren bleek alles mogelijk: elektronische hulp in het huishouden, televisie, betaalbare auto’s en zelfsruimtereizen.
Voor de uitbouw van infrastructuur in ons land was Expo 58 een katalysator. Voor de luchthaven, bijvoorbeeld, maar ook voor de Ring. Plannen van eind jaren 1940 voor een boog rond Brussel werden uitgevoerd, zodat het toegenomen autoverkeer niet langer dwars door het toen al verzadigde centrum van de hoofdstad werd gejaagd. Het zou twee decennia duren vooraleer de Ring werd voltooid, maar in 1958 werd het eerste deel ingehuldigd: het stuk tussen Wemmel en Groot-Bijgaarden dat we in deze aflevering verkennen.
Romeins verleden
Een van de meest intrigerende uitritten van de Ring – toch wat de naam betreft – is uitrit 7a, vlak bij het knooppunt met de A12. De borden met het opschrift Romeinse steenweg (met spatie) doen fantaseren over een verre tijd. Die Romeinsesteenweg is vandaag een drukke, lange straat die van Koningslo via Strombeek en Wemmel tot Jette loopt. En wat blijkt? De straat heeft effectief een bijzonder lange geschiedenis. Allicht gaat de oorsprong terug tot het begin van onze jaartelling, want in de buurt werden op verschillende plaatsen resten van Gallo-Romeinse bewoning teruggevonden, onder meer in Zellik en Wemmel. In Jette is in het Koning Boudewijnpark het grondplan van een Romeinse villa te zien.
De Romeinsesteenweg was de verbindingsweg tussen Asse en Elewijt, waar Romeinse nederzettingen waren. Stel je bij de steenweg uit die tijd evenwel geen kaarsrechte brede heirbaan voor, waar legertroepen over marcheerden. Nee, de Romeinsesteenweg was lange tijd gewoon een kronkelend zandweggetje, waar vooral schapenboeren met hun kuddes gebruik van maakten.
Modelstation
De straat, die vandaag de grens tussen Vlaanderen en het Brussels Gewest vormt, werd pas verhard en rechtgetrokken voor de wereldtentoonstelling in 1935. Want de expo uit 1958 was lang niet de enige wereldtentoonstelling die Brussel heeft gehad. Ook in 1897 en 1935 was onze hoofdstad de gastheer voor een wereldtentoonstelling. In 1897 was het Jubelpark de centrale locatie, in 1935 was de Heizel plaats van afspraak. Paleis 5, de kenmerkende centrale hal in art-decostijl, is een restant van die editie. Het grootse, maar best elegante bouwwerk werd ontworpen als een modern model voor treinstations. 85 jaar later is het nog steeds een iconisch gebouw. Vandaag staat de hal nog steeds prominent op het logo van Brussels Expo, de uitbater van de tentoonstellingsruimten.
Het Heizelplateau is – behalve dan in deze coronatijden – de thuisbasis voor vakantie-, voeding-, bouw-, auto- en andere beurzen, voor optredens en andere vormen van vertier, maar eens was het een landbouwvlakte. Naar verluidt zou Koning Leopold I hier destijds graag zijn komen wandelen, om dan vanop dit hoge punt te genieten van het weidse uitzicht over Brussel en de Brabantse velden. Het koninklijk domein van Laken ligt maar een steenworp hier vandaan.
Sinds de jaren 30 wordt er ook gevoetbald op de Heizel, in het Eeuwfeeststadion, later het Heizelstadion en nog later het Koning Boudewijnstadion. Sommigen dromen van een nieuwe voetbaltempel. Die zou er moeten komen op Parking C, de grote asfaltvlakte aan de overkant van de Romeinsesteenweg. Stad Brussel is eigenaar van het terrein, maar het ligt wel op Vlaams grondgebied. Het Eurostadion zou de plek worden waar de Rode Duivels tijdens Euro 2020 (minstens een van) hun wedstrijden zouden spelen, maar vergunningstwisten strooiden roet in het eten. Het Eurostadion komt er niet. Het Koning Boudewijnstadion zal worden opgeknapt om aan de moderne eisen te voldoen. Wat er met die uitgestrekte Parking C moet gebeuren, is vooralsnog niet duidelijk.
Natuur wint terrein
We laten de exposite achter ons en rijden richting Groot-Bijgaarden. Dit is het smalste deel van de Ring, zonder pechstrook. Velen pleiten hier voor een verbreding van de Ring. Hier staan steevast files, onder meer door de instroom van het verkeer van de A12 en de E40. Dat de hellingen voor vrachtwagens lastig te nemen zijn, is allicht ook niet vreemd aan de vele opstoppingen. Een extra rijstrook zou soelaas kunnen bieden, volgens sommigen.
Het is een van de drukste punten van de Ring, en de smalste. Hier begon het verhaal van de Ring.
Ter hoogte van de N9, aan afrit Asse richting Vilvoorde, stopt aan de binnenring de voorziene verbreding abrupt. Een extra rijstrook is hier moeilijk te realiseren door het beschermde statuut van het Laarbeekbos. Met een oppervlakte van 34 ha is dit bos een waardevolle groene long. Verscholen in het bos, vlak bij de Campus Jette van het UZ Brussel, vind je zo’n 150 volkstuintjes en een zelfplukboerderij. Het contrast tussen die pittoreske agrarische setting en de drukke snelweg is groot.
De N9 zou aanvankelijk een invalsweg met snelwegallure worden, dwars door Jette richting centrum van Brussel. In Zellik, aan de buitenring, werd de weg als dusdanig aangelegd, maar in 1977 besliste de gemeente Jette een natuurpark aan te leggen door het Laarbeekbos te verbinden met het Poelbos, het Dielegembos, de moerassen van Jette en Ganshoren en de Heilig-Harttuin. Dit geheel werd in 1989 gerealiseerd en tot Koning Boudewijnpark omgevormd. De grote invalsweg kwam er door de aanleg van het natuurpark niet. Voor de fauna en flora is er nog goed nieuws, want aan de overkant van Laarbeekbos kocht het Agentschap Natuur en Bos een aantal jaar geleden 26 ha landbouwgrond. Vanaf 2028 wordt hier een nieuw bos aangeplant. Om beide stukken natuurgebied voor de dieren met elkaar te verbinden komt er een ecoduct over de Ring.
Klimmen in de basiliek
Wat verderop, aan de buitenkant van de Ring, was sportcomplex Molenbos ruim drie decennia een vertrouwd gezicht. Dit was de thuisbasis van volleybalclub Zellik, later Asse-Lennik. Tot de club in 2016 fuseerde met Aalst werd hier volleybal op topniveau gespeeld. De zaal bleef ongebruikt, en dus hadden vandalen er vrij spel. Het ooit moderne maar nu verloederde sportcentrum wordt afgebroken. Zo verdwijnt er een stukje Belgische en zelfs Europese volleybalgeschiedenis.
Wie naar de Brusselse kant van de Ring kijkt, ziet tussen de appartemensblokken het trotse, stoere silhouet van de basiliek van Koekelberg. Die kerk – de grootste van ons land – werd gebouwd op initiatief van Koning Leopold II, nadat die onder de indruk was geraakt van de Sacré-Coeur in Parijs. Ook ons land moest volgens hem een religieuze tempel hebben. Gelegen op een plateau, met een kenmerkende koperen koepel is het een herkenningspunt van op verschillende plaatsen in de wijde omgeving, ook van op de Ring. De bouw startte in 1905, maar nam onder meer door de dood van de koning en Wereldoorlog I meerdere decennia in beslag. Het enorme gebouw wordt overigens niet alleen gebruikt voor erediensten. Er zijn ook twee musea en vergader- en feestzalen, er vinden tentoonstellingen plaats en in de kelder is er zelfs een klimmuur.
Zo naderen we het knooppunt van Groot-Bijgaarden, waar de Ring en de E40 richting kust elkaar kruisen. Hier loopt de E40 een stukje in de stad, om als Keizer Karellaan via de Leopold II-tunnel op de kleine Ring uit te monden. Zoals al in eerdere afleveringen van deze reeks aangehaald, zou volgens het initiële plan de E40 als snelweg dwars door het centrum doorlopen om aan het Noordstation de E19 Antwerpen-Nijvel te kruisen. De stadssnelwegen kwamen er niet. Door protest van omwonenden, maar vooral door de oliecrisis uit de vroege jaren 1970 werd Koning Auto enigszins vrije baan ontzegd, al bleven en blijven automobilisten vlot de weg vinden naar het centrum van de hoofdstad.