Welzijnsachterstand
geraakt maar niet opgelost
Het Centrum Algemeen Welzijns- werk is een eerstelijnsdienst voor alle welzijnsvragen. ‘De huisdokter van de sociale sector, zeg maar’, legt Elise Moriau uit. Ze is de directeur van het CAW Halle-Vilvoorde, met een werkgebied van 36 gemeenten. ‘Onze hulpverleners luisteren en helpen met informatie, advies en begeleiding. Die begeleiding richt zich vooral op relaties tussen mensen. Dat gaat onder meer om gezinnen in crisis, jongeren in conflictsituaties, slachtofferbegeleiding en zo meer. We tellen een honderdtal medewerkers op het veld en in onze vier vestigingen in Halle, Vilvoorde, Asse en Tervuren. In onze inloopcentra in Asse, Halle en Vilvoorde is iedereen welkom die daar nood aan heeft. Het zijn plekken voor mensen in armoede of eenzaamheid, om tot rust te komen en kennis te maken met anderen.’
Historische achterstand
Maar lang niet iedereen krijgt de hulp waar hij of zij naar vraagt. Halle-Vilvoorde hinkt al decennialang achter op als het om welzijnsvoorzieningen gaat. Het CAW Halle-Vilvoorde is het enige CAW van het land zonder eigen crisisopvang voor gezinnen. In 2019 waren er in de regio amper 2,6 verblijfsplaatsen in de bijzondere jeugdzorg per 10.000 jongeren. In heel Vlaanderen waren er dat 19,1; in het arrondissement Leuven zelfs 25,3. Van waar die historische achterstand? Moriau: ‘Toen Brussel en Halle-Vilvoorde nog één arrondissement vormden, werd er vooral geïnvesteerd in de hulpverlening in Brussel. Het beleid ging ervan uit dat de Vlamingen van de Rand zich tot de hoofdstad zouden wenden, maar dat bleek niet zo te zijn. De Vlaming in de Rand wil welzijnsvoorzieningen in de eigen regio. Dat besef is er nu wel, maar de achterstand is te groot geworden.’
Meer nog, het CAW Halle-Vilvoorde krijgt van de Vlaamse overheid zelfs het laagste werkingsbedrag van alle CAW’s: ongeveer 9 euro/inwoner. Het
Vlaamse gemiddelde bedroeg in 2018 al 13,6 euro/inwoner. ‘Sommige CAW’s krijgen dubbel zoveel middelen voor de helft van ons aantal inwoners’, schetst Moriau. ‘Het is een pervers effect van de programmatienorm: op basis van een aantal indicatoren – armoede, eenoudergezinnen,… – heeft de Vlaamse overheid de noden uitgetekend en worden de centen verdeeld. Maar die berekening gebeurt per provincie, en het arrondissement Leuven heeft een veel groter welzijnsaanbod. Dus onze tekorten vallen niet op in de cijfers en zo blijft Halle-Vilvoorde onderbedeeld.’
Zelfmoorddreiging
De gevolgen zijn schrijnend in een regio die af te rekenen heeft met grootstedelijke problemen. ‘Een groot pijnpunt is de jongerenhulpverlening. Vroeger had je af en toe een zelfmoorddreiging van een jongere, vandaag is dat bijna dagelijkse kost. Elke situatie is anders en vaak speelt de thuissituatie een belangrijke rol. Dan neem je de problemen niet weg met één gesprekje, maar vaak kunnen we niet meer doen omdat de tijd en de middelen ontbreken. Onze hulpverleners hebben het daar heel moeilijk mee. Als ze een jongere met serieuze problemen willen helpen, moeten anderen wachten. Voor heel wat jongeren kunnen we gewoon geen adequate hulp bieden. Voor alle duidelijkheid: iemand in een acute crisissituatie proberen we meteen te helpen, maar dikwijls kunnen we er daarna niet snel of lang genoeg mee verder werken. Hierdoor voelt het soms als ‘oplapwerk’ en is de kans groter dat na enige tijd opnieuw een crisissituatie ontstaat en alles van vooraf aan herbegint. Concreet: voor een verder hulpverleningstraject voor jongeren kenden we in Halle en Asse het afgelopen jaar wachttijden van twee weken tot twee maanden.’
Haven 21 gesloten
Crisissituaties vormen een ander pijnpunt. ‘We hebben geen voorzieningen om mensen in een crisissituatie op te vangen, zoals een vluchthuis of noodwoningen. We hadden één residentieel initiatief dat door de provincie VlaamsBrabant in 2000 was opgestart: Haven 21 in Halle. Intussen is welzijn geen bevoegdheid meer van de provincie en hebben we het opvangcentrum vorig jaar moeten sluiten omdat het in erbarmelijke toestand was. We hebben dus geen structurele noodopvang woning meer, als enige regio in Vlaanderen. Om toch een minimaal aanbod te hebben, huren we enkele huizen via sociale huisvestingsmaatschappijen, om ze ter beschikking te stellen aan mensen in nood, maar dat houden we niet vol. We krijgen Vlaamse subsidies om te begeleiden, niet om huizen te huren. Dat geld hebben we dus gewoon niet.’
‘Een crisissituatie neem je niet weg met één gesprekje.’
Het CAW heeft deze nijpende situatie aangekaart bij het Toekomstforum, het samenwerkingsplatform van de burgemeesters van de 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde. De gemeenten zetten mee hun schouders onder een meer structurele oplossing, maar die is er tot nu toe niet. ‘Het is een drama’, zegt Moriau. ‘Slachtoffers van intrafamiliaal geweld kunnen nergens naartoe in hun eigen regio. Er zijn vluchthuizen in Leuven, maar wat doe je dan met de kinderen die hier schoollopen?’
Eerstelijnszones en Vlaams Randfonds
Dé oplossing? Een eerlijkere verdeling van de werkingsmiddelen. In 2019 kregen de CAW’s in Vlaanderen samen subsidies voor 18,8 extra voltijds equivalenten. 1,8 daarvan gingen naar de provincie Vlaams-Brabant. Een druppel op een hete plaat: het CAW Halle-Vilvoorde telt vandaag een honderdtal hulpverleners. Om het Vlaamse gemiddelde te halen zijn er minstens dertig meer nodig. Toch beweegt er wat. Met Vlabzorginvest voorziet de Vlaamse overheid jaarlijks 2,5 miljoen euro als steun voor de aankoop van gronden voor zorg- en welzijnsinitiatieven. De Vlaamse regering richt ook een Vlaams Randfonds op – goed voor jaarlijks vier miljoen euro – om de grootstedelijke problematiek het hoofd te bieden. Dat geld gaat echter niet alleen naar welzijnsprojecten, maar ook naar onderwijs, inburgering, zorg, groen en zo meer.
Op het vlak van organisatie richtte gewezen Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) eerstelijnszones in, een herschikking van de eerdere zorgregio’s. Halle-Vilvoorde werd onderverdeeld in zes eerstelijnszones waarin de gemeenten samen met alle betrokken welzijns- en zorgpartners hun welzijnsbeleid uitwerken. Dit jaar gaat die nieuwe werking echt van start. CAW-directeur Moriau: ‘De lokale besturen gaan verder moeten denken dan de grenzen van hun eigen gemeente. Dat is goed, want de problematiek stopt niet aan een grens. Een jongere woont in Galmaarden, gaat naar school in Halle en heeft zijn vriendengroep in Dilbeek. Maar of de eerstelijnszones iets fundamenteel zullen veranderen, valt af te wachten. Er moet vooral een structurele oplossing komen voor de financiering. Pas als we de middelen hebben, kunnen we de zorg bieden die de regio nodig heeft.’
Extra geïnvesteerd?
Hoe zit dat, huidig Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V)? Op de vragen die we zijn kabinet voorleggen, komt een eerder algemeen antwoord. ‘De voorbije jaren is er extra geïnvesteerd in de CAW’s en werd de vraag en het aanbod in beeld gebracht’, stelt woordvoerder Steffen Van Roosbroeck. ‘Dat gebeurde op basis van het aantal inwoners gewogen op verschillende kenmerken van kwetsbaarheid. Je mag dus niet de middelen per inwoner tellen. Bij de uitbreiding van de middelen de voorbije jaren kregen de CAW’s, waar er volgens deze meting een onderaanbod was, verhoudingsgewijs meer middelen. Ook voor de besparingsoperatie die eind vorig jaar moest worden doorgevoerd, werd rekening gehouden met diezelfde programmatie. Verhoudingsgewijs moest het CAW Halle-Vilvoorde minder inleveren. Zo worden de historische verschillen geleidelijk weggewerkt.’
Maar als we kijken naar de toelage, rekening houdend met die kwetsbare mensen, doet het CAW Halle-Vilvoorde het helemaal niet goed. Uit de cijfers van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse overheid zelf, blijkt dat het CAW Halle-Vilvoorde 7,62 euro krijgt per persoon uit de kwetsbare doelgroep (cijfer op 1 januari 2019, red.). Dat is het laagste cijfer van allemaal. Het CAW Oost-Brabant krijgt bijna het dubbele: 13,19 euro. Het gemiddelde in Vlaanderen en Brussel is 10,58 euro. Nog altijd een groot verschil, en het ziet er niet naar uit dat de achterstand in HalleVilvoorde snel zal worden weggewerkt.