Vogelmuur
Stellaria Media, de Latijnse naam voor vogelmuur, berust niet op toeval. Het kleine, sappige plantje heeft sterachtige, witte bloempjes. Je herkent het aan de ovale blaadjes en de haartjes die aan één kant op de stengel staan, als een kammetje. ‘Dat zie je goed als je het tegen het licht houdt’, zegt De Vos.
Hoge voedingswaarde
‘De meeste mensen met een moestuin zien vogelmuur als onkruid en trekken het uit. Kippen zijn er verzot op. Het is doodzonde om het weg te gooien, want vogelmuur heeft een heel hoge voedingswaarde. In 100g zit veel ijzer, magnesium, zink, calcium, vitamine C, B1 en B2. Essentiële stoffen die in traditioneel gekweekt voedsel bijna niet meer voorkomen, waardoor mensen vaker tekorten hebben. Juist dat is de kracht van wilde planten en kruiden: ze zijn niet bewerkt, ze moeten zelf zorgen dat ze er staan. Anders dan gekweekte groenten worden ze niet in de watten gelegd, niet beschermd tegen insecten, krijgen ze geen water. Ze moeten hun plan trekken en hebben de stoffen die hen sterk maken nog allemaal in zich.’
Alles, altijd en overal
Vogelmuur is zo’n gratis superfood. Het leuke is dat het echt overal groeit: op akkers, in tuinen en boomgaarden, aan waterkanten, zelfs tussen de straatstenen. ‘Het groeit heel goed op vochtige plaatsen, bijna het hele jaar door, behalve als het echt vriest. Eens je het kent, kom je het overal tegen. Als er goed weer op komst is, staan de bloemen open; is er regen op komst dan gaan ze dicht.’
Je mag alles van het bovengrondse deel gebruiken: stengels, blaadjes, bloempjes. Ze zijn allemaal mals. ‘Vogelmuur heeft een zachte smaak, te vergelijken met veldsla. Het is makkelijk te verwerken in sla of pesto. Ik strooi het over pureepatatjes of maak er dressings van. Het beste is om het rauw te eten of niet te veel te verhitten. Het is lekker én je hebt een bom aan vitamines en mineralen binnen.’ Zelf hebben we een vogelmuursmoothie met banaan en appelsap uitgetest, en die viel in de smaak. De frisse groene blaadjes zijn ook lekker in een wrap, op pasta of op een boterham met cottage cheese.‘
‘Vogelmuur wordt ook gebruikt om er zalf van te maken. Het is een goed middeltje tegen reumatische klachten.’ Het zou ook jeuk verzachten en ontstekingswerend werken. De 19e-eeuwse dokter Kneipp kende het plantje al en prees het omwille van het kalmerend effect bij irritatie van de luchtwegen. In de volksgeneeskunde wordt vogelmuurthee gebruikt bij long-, blaas- en nierziekten.
Het fijne aan vogelmuur is dat je het hele jaar door kan oogsten. Best afknippen met een schaartje, dan komen de blaadjes terug. Plantjes die op een zonnige plaats staan of wat ouder zijn hebben een vezeligere structuur, je kan ze beter jong en fris oogsten. Zoals bij alle wilde kruiden oogst je best niet langs de kant van de weg, maar als je een tuin hebt, is er veel kans dat het er spontaan groeit. En anders is het zeker de moeite om een stukje te laten verwilderen. Het is belangrijk om regelmatig wild voedsel aan je menu toe te voegen. Steeds meer mensen willen weten wat zoal eetbaar is in de natuur. Vroeger werd die kennis van generatie op generatie doorgegeven. Ik wil dit weer bijbrengen. In onze wildpluktuin in Vilvoorde organiseer ik workshops, leg uit wat eetbaar is, waarvoor je de wortels, zaden en blaadjes kan gebruiken, of je het best rauw of gekookt verwerkt, enz. Het is fijn om mensen daarover enthousiast te krijgen.’
Herboristerie Helianthus, www.herboristje.be