01 mrt '17

'Je gaat anders denken'

5169
door Tine Maenhout
Tien jaar geleden stapte Kim Devos omwille van een treinstaking voor het eerst op de fiets naar het werk. Het was zalig. De zon scheen, het was rustig op de baan en ze voelde bij aankomst de energie door haar hoofd suizen.

Devos waande zich haast op vakantie en besloot om van het fietspendelen een vaste gewoonte te maken. Voor de gezondheid en tegen de kilo’s. Ze kwam ook snel tot de conclusie dat ze graag haar eigen baas is in het verkeer. Files en vertragingen zijn niet aan haar besteed. Ze wil precies weten hoelang ze onderweg zal zijn. Devos heeft meer dan één reden om voor de fiets te kiezen en het fietsen te promoten.

SOLIDAIR OP DE BAAN

‘Ik werk voor de Milieucel van de VDAB en vind: practice what you preach. Hoe meer mensen ik samen met mij de fiets op krijg, hoe beter.’ Er niet te veel over nadenken is volgens haar de beste tip. Want ‘s morgens effectief op je fiets stappen is het moeilijkste. Zeker in de winter. ‘Dan moet je rationeel denken en jezelf eraan herinneren hoeveel frisser en beter je je voelt als je het woon-werk traject fietst. De keren dat ik mezelf niet kan overtuigen, heb ik achteraf altijd spijt.’

Fietsen is voor Devos niet alleen gezond, het is ook een sociale bezigheid. Ze ontmoet vaak dezelfde mensen. ‘Dat sociaal contact is een groot voordeel aan het pendelen,’ zegt ze. ‘Er wordt gepraat over koetjes en kalfjes, over familie en werk.’ Bij pech onderweg helpen fietsers elkaar. Dat kan niet van automobilisten gezegd worden.

‘Een fietscollega had ooit een ongeluk nadat ze over een ijsplek slipte. Er stopte geen enkele auto. Straf hé. De solidariteit tussen fietsers en automobilisten is niet groot. Ik heb de indruk dat chauffeurs enorm opgejaagd zijn in het verkeer. Hoewel ik volledig in fluo rij, voel ik me tussen de auto’s zeker niet veilig.’ 

FIETSBELEID AANSCHERPEN

In de winter stapt Devos op een hybride fiets, in de zomer neemt ze de koersfiets. ‘Dat was een hele stap. Een koersfiets voelt in het begin heel onwennig, zeker op drukke wegen. Je moet het traject echt goed kennen om te durven doorrijden. Nederlandse collega’s kijken hun ogen uit als ze meefietsen. Onze fietspaden eindigen even abrupt als ze begin-nen. Ze zijn slecht onderhouden en zelden gescheiden van de rest van het verkeer.’

‘Je laat je frustraties los en herdenkt complexe zaken. Ik ben creatiever op de fiets. Zuurstof doet je anders denken.'

Tijdens het rijden denkt Devos vaak na over haar fietservaring. Wat kan er beter, welke zijn de voor- en nadelen, waar geniet ze van. Die overpeinzingen gebruikt ze om het fietsbeleid aan te scherpen. Dat haar gedachten verschillende richtingen uitgaan, komt doordat haar traject haar door heel verschillende werelden voert.

STAD VS. NATUUR

Langs het jaagpad tot in Liedekerke fietst Devos gescheiden van de automobilisten. Ze geniet er van de natuur en stopt af en toe voor een foto van de zonsopgang. Haar hoofd loopt leeg. Moeilijkheden thuis of op het werk verdwijnen en maken plaats voor rust en goede ideeën. ‘Je laat je frustraties los en herdenkt complexe zaken. Ik ben creatiever op de fiets. Zuurstof doet je anders denken. Zeker in de natuur, waar je niet constant met de auto’s bezig hoeft te zijn.’

Tijdens de rit door Anderlecht is Devos vooral met de weg bezig. Daar rijden automobilisten wel eens onvoorzichtig. En de laatste 6 km door Brussel is het echt opletten. ‘Rotondes, kruispunten, wagens die links inhalen of een plots openslaand portier: het is allemaal even gevaarlijk. Daar komt stress bij kijken. Dat zou moeten veranderen. Fietsers moeten zich in de stad welkom kunnen voelen.’