01 sep '17

‘Tastbare kunst
voor mensen van vlees en bloed’

10197
door Ines Minten
Peter Bary ruilde in maart een functie bij CultuurNet Vlaanderen in voor die van directeur bij het pas vernieuwde museum M in Leuven. ‘Vanuit mijn bureau zie ik de bezoekers het museum in en uit lopen. Heerlijk.’

Het was een bijzonder moment om als nieuwe directeur aan te treden, dat voorjaar van 2017. Het museum was een grote werf, er stond of hing geen enkel kunstwerk, er liep alleen personeel rond’, zegt Bary. ‘Ik heb een bureau met een mooi uitzicht. Ik zie de bezoekers de gebouwen in en uit lopen. Ik heb enorm uitgekeken naar dat moment in juni waarop de eerste mensen weer naar binnen zouden komen. Daarvoor doe je het.’

‘Ik heb vroeger voor het filmmuseum in Brussel gewerkt, het huidige Cinematek. Ook daar haalde ik zuurstof uit ontmoetingen met het publiek. Je voert enkele gerichte communicatiecampagnes, die raken de juiste snaar bij een potentieel publiek, en plotseling kwamen mensen die nooit eerder in het filmmuseum waren geweest, kennismaken met films waarvan ze voordien het bestaan niet vermoedden. Zoiets doet veel plezier.’ 

RADICALER

Ook het Leuvense museum trekt volop de kaart van het publiek. Uiteraard blijft de kunst voorop staan, maar M doet er alles aan om de bezoeker op een prettige en boeiende manier met zijn uitgebreide collectie oude, hedendaagse en toegepaste kunst te laten kennismaken.

‘Ik ga graag naar musea en tentoonstellingen’, vertelt Bary. ‘Elk weekend vind je me wel ergens tussen de kunst. In het algemeen gaat het goed met de musea. Er gebeuren dingen – op vlak van presentatie en publieksbereik – die 25 jaar geleden ondenkbaar waren, maar af en toe mag het wat radicaler. M was altijd al vooruitstrevend en slaat nu nog meer die weg in.’

‘Een hedendaags museum moet niet enkel stilstaan bij de objecten die het wil tonen, we moeten ons ook afvragen hoe onze bezoekers op de best mogelijke manier  betekenis kunnen halen uit wat ze zien. Op dat vlak zijn er een aantal fijne dingen gebeurd in M.’  

‘Kan kunst de wereld redden? Het is alleszins een betere optie dan heel wat andere dingen waarmee we dat al eens geprobeerd hebben.’

Bary haalt een van de opvallendste nieuwe zalen uit het museum aan. Voor de tentoonstelling Grenzeloos gastvrij mochten acht Leuvenaren van diverse origine door de meer dan 52.000 objecten tellende collectie snuisteren. Ze kozen er werken uit die volgens hen iets te maken hadden met gastvrijheid.

Zo viel het oog van een van de publiekscuratoren op een stoel. Die deed hem denken aan zijn ouderlijk huis, waar zijn vader de tafel steeds liet dekken voor een persoon extra. Je weet tenslotte nooit of er iemand onverwacht langskomt.

‘Het moet magnifiek zijn geweest om te zien hoe die mensen door het depot liepen, plotseling affiniteit vertoonden met een bepaald object en daar dan een betekenis aan koppelden die van belang was voor hun eigen leven. In zo’n project komt alles samen wat ik van een museum verwacht.’

ANDERS KIJKEN

Een van de speerpunten van het vernieuwde museum is de blik van de bezoeker. Het museum wil aantonen dat iedereen zijn eigen unieke kijk-DNA heeft. Dat doet het door vragen te stellen, door de blik duidelijk te richten en de mechanismen erachter bloot te leggen; presenteren is manipuleren, heet het.

Maar ook door je voor een scherm te laten plaatsnemen en te tracken hoe jij precies naar een kunstwerk kijkt. Heb je oog voor details? Kijk je strategisch of vliegen je ogen kriskras over het beeld? ‘Iedereen kijkt anders naar kunst’, legt Bary uit. ‘Je hoeft niet diep na te denken om daaruit te concluderen dat iedereen dus ook anders naar de wereld kijkt.’

CAFÉ-FRANS

Bary heeft een groot deel van zijn loopbaan in de cultuursector doorgebracht. Hij begon met een studie Romaanse talen in Leuven. ‘Ik was verzot op Jacques Brel. Dat heeft invloed gehad. En als tiener spendeerde ik mijn zomers graag bij familie vlakbij de Franse grens. Ik stak er een handje toe in hun café-restaurant en zo heb ik vloeiend café-Frans leren spreken. Aan de universiteit heb ik het nog stevig moeten polijsten.’

Na een periode als vennoot in een vertaalbureau kwam hij in het filmmuseum terecht. ‘Ik zag toen al jaren twee tot drie films per dag, mijn fascinatie was gigantisch.’ Aan die verbetenheid kwam een eind na een filmfestival in Bologna.

‘Ik besefte dat ik een hele week in obscure kelders naar schermen had zitten staren en dat ik de stad en de Italiaanse zomer volledig had gemist. Wat voor bizar leven leid ik? vroeg ik me opeens af. Het bleek tijd voor iets nieuws. Ik heb nog even in de luchtvaartsector gewerkt, maar ben dan naar CultuurNet gegaan. Na 13 jaar had ik eigenlijk geen plannen om er weg te gaan, maar toen ik hoorde van de vacature bij M vond ik die te aantrekkelijk om te laten liggen.’

‘Iedereen kijkt anders naar kunst.’

In de loop van het sollicitatieproces besefte Bary dat M dé plek voor hem is op dit moment in zijn leven. ‘Bij CultuurNet hebben we prachtige projecten gerealiseerd, maar ik kreeg zin om weer met iets meer tastbaar om te gaan, weg van de abstractie van een pure internetomgeving.’

‘Bij M vind ik het fantastisch om door het gigantische depot onder het museum te wandelen en te zien hoe de medewerkers er al die objecten zo liefdevol bewaren en behandelen. Het is tastbare kunst, gemaakt door kunstenaars van vlees en bloed, onderzocht en bekeken door mensen van vlees en bloed.’

RIJKER LEVEN

Bary is gulzig in zijn consumptie van alle vormen van kunst en cultuur. ‘Ik ben ervan overtuigd dat je een rijker leven hebt als je je niet beperkt tot louter utilitaire dingen. Ik heb op niemand kritiek, want ik weet hoe moeilijk sommige mensen het hebben om de eindjes aan elkaar te knopen, maar volgens mij begint het echte leven pas als je de praktische kanten ervan op orde hebt.’

‘Daarom kan ik moeilijk begrijpen dat een relatief grote groep mensen, die wél de keuze hebben, zich toch lijken neer te leggen bij zo’n utilitair-pragmatisch leven en compleet voorbijgaan aan de onwaarschijnlijke schoonheid die om elke hoek te vinden is, als je ze wil zien.’

HULDENBERG

Peter Bary groeide op in de Limburgse gemeente Ham. Voor zijn hogere studies zakte hij af en naar Leuven, en zoals wel vaker gebeurt, bleef hij nog een aantal jaren in de stad plakken. ‘Op een gegeven ogenblik wilden mijn vrouw en ik graag een eigen huis. We waren piepjong, verwachtten ons eerste kind, hadden weinig geld.’

‘Omdat mijn vrouw toen ook al in Gasthuisberg werkte, zijn we in een straal van 20 kilometer rond Leuven beginnen zoeken. Toevallig vonden we een huis in Huldenberg. Het was bewoonbaar, net geen bouwval. We hebben er zo lang aan zitten klooien tot het eindelijk een aangenaam huis is. Nu wonen we er al meer dan 20 jaar.’ 

‘Laat ons eerlijk zijn: de wereld gaat naar de haaien door al dat autoverkeer.’

De museumdirecteur noemt zijn dagelijkse fietstocht van Huldenberg naar Leuven en terug een feest. ‘Ik fiets zoveel mogelijk door het veld, niet alleen omdat die route zo mooi is, maar ook omdat ik op die manier de supergevaarlijke N253 tussen Huldenberg en Leuven kan mijden.’

‘Als actief lid van de fietsersbond pleit ik al jaren voor veilige fietspaden langs die weg. Veel kinderen uit de druivenstreek gaan in Leuven naar school. Ze zijn haast verplicht om met bus of auto te gaan. Hoewel de alternatieve routes heel mooi zijn, zijn ze evenmin ideaal. Wie zich in het donker op die kleine paadjes waagt, riskeert in het water te tuimelen. Het is mijn dochter al een paar keer overkomen. En af en toe moét je de grote weg op. Dan kun je alleen hopen dat je het er levend vanaf brengt.’

Toch noemt hij genot zijn belangrijkste drijfveer om elke dag de fiets van stal te halen. ‘Die twee fietstochten van drie kwartier creëren de broodnodige afstand van de dagelijkse besognes. Door de hedendaagse technologie zijn we constant bereikbaar en kunnen we continu werken. Als ik de bus neem, sla ik bijna vanzelf mijn laptop open. Tot nader order kan dat niet op de fiets.’

‘Als ik onderweg ben, probeer ik zo boeddhistisch mogelijk alle gedachten te weren, het geluid van de vogels binnen te laten en helemaal tot rust te komen. Het schenkt me een stukje mentale gezondheid. En laat ons eerlijk zijn: de wereld gaat naar de haaien door al dat autoverkeer.’