01 nov '19

Klare wijn uit Tervuren

8669
door Anne Peeters
Als je voor het huis van Koen Podevijn en Anne Robert staat, verwacht je niet dat er in hun achtertuin een complete wijngaard ligt. En toch is het zo. We spraken met de wijnbouwers over druiven, de terroir van Tervuren en hoe het klimaat de wijn verandert.

In 2006 plantte Podevijn zijn eerste wijnstokken, ondertussen is de tuin een echt wijndomein geworden. Wijn maken is meer dan alleen een intensieve hobby, het is een passie die een drijfveer is geworden om steeds mooiere wijnen te maken. Hoe begin je een wijndomein? Met wijnstokken. De eerste aanplanting bevatte tweehonderd wijnstokken van drie verschillende rassen: dornfelder, pinot gris en regent. In 2008 zijn er nog honderd wijnstokken pinot noir bijgekomen. Het wijndomein van Koen en zijn vrouw Anne heet – heel toepasselijk – Pot de Vin. Ondertussen maken ze jaarlijks zo’n tweehonderd flessen wijn. Op afspraak kan je de wijngaard bezoeken en hun wijn proeven, maar de wijn is niet te koop. Dit is geen commercieel bedrijf, wel een passie voor druiven, wijn maken en degusteren die ze willen delen.

Hoe wordt iemand uit Vossem wijnboer?

‘In de rubriek Een jaar later van het populaire tv-programma Man bijt hond zag ik Jan Caudron, een oude klasgenoot, bij zijn jonge druivelaars. Hij vertelde hoe hij in Vlierzele zijn wijngaard Kampenberg was gestart. Ik had hier al enkele rozelaars aangeplant, maar het idee om een wijn te maken, sprak me nog meer aan. We hebben hier een tuin van ruim zeven are. De meeste mensen denken dan misschien automatisch aan een moestuin. Ik niet. Ik kom uit de tuinbouw. Ik ben de zoon van een rozenkweker en heb van mijn vader veel kennis en inzichten mee gekregen over planten, snoeien en enten, ziektes bij planten en hoe je die kunt bestrijden. Dat is niet alleen relevant voor rozen, maar ook voor wijnstokken. Die cultuur sprak me aan, dus heb ik mijn wijngaard aangeplant, met rozelaars in de buurt, zoals vroeger gebruikelijk was. Dat contact met Jan heeft me op weg gezet. Die gesprekken waren de trigger om wijn te gaan verbouwen.’

Hoe begin je dan concreet?

‘Met een bodemonderzoek. Om uit te  zoeken welke onderstammen hier geschikt zijn. Wijnbouwers uit het Hageland deelden hun ervaringen over welke rassen hier goed gedijen. In Vlaanderen hebben we natuurlijk meer een biercultuur. In Frankrijk wordt de kennis van de wijncultuur van generatie op generatie overgedragen. Zelf heb ik verschillende professionele opleidingen gevolgd, maar de meeste kennis heb ik opgedaan door regelmatig af te toetsen bij andere wijnboeren en mee te doen aan competities. Door blind te proeven. Wat ik zo geleerd.

‘We  zitten hier op  de meest noordelijke  wijnbouwgrens.’

Is het een intensieve stiel?

‘Ja. Ik steek er ontzettend veel tijd in, het hele jaar rond. Je kunt niet simpelweg copy-paste doen van het vorige jaar, je moet blijven meten om naar het einde van de zomer te beslissen wanneer je gaat oogsten. Je moet op het juiste moment een plukploeg bij elkaar krijgen. En eenmaal de oogst binnen begint het pas. De verwijning is een heel intensief proces. Wijn maken is een combinatie van wetenschap en intuïtief aanvoelen. Vroeger liet men de druiven gewoon gisten, tegenwoordig wordt er veel meer gestuurd door de wijnbouwer. Dat is een heel andere filosofie dan veertig jaar geleden. Je probeert bewust het natuurproduct te brengen waar jij het graag wil hebben. Elk ras heeft zijn eigen kenmerken, de bodem speelt een rol, en natuurlijk is er ook de persoonlijke inbreng en smaak van de wijnmaker. Ik probeer de druiven naar optimale rijping te brengen. Dat brengt heel wat werk met zich mee. In januari begin je met snoeien, in mei heb je het eerste groen, dan moet je de eerste preventieve behandelingen op de druiven doen. Altijd moet je in de gaten houden of er geen plagen van insecten of ziektes de kop opsteken. Oogsten gebeurt gewoonlijk eind september, voor mousserende wijn twee weken eerder.’

'En dan is er natuurlijk ook nog het kelderfacet. Het wijn maken begint met de vergisting. Die duurt ongeveer een maand per ras. Het over tollige wijnsteenzuur zakt met de winterkou op natuurlijke wijze uit. Daarna gaan we over hevelen om onzuiverheden en neerslag van het gisten eruit te halen. Dat doen we door de wijn van hoog naar laag te hevelen, tot we klare wijn hebben. Je hebt dan ook nog de tweede stabilisatie, de eiwitstabilisatie. Pas in april gaan we assembleren. Wijnen van één ras, de zogenaamde monocépages, assembleren Anne en ik samen tot we een mooie wijn hebben. Zo kan je wijnen naar een hogere kwaliteit brengen. Het ene ras heeft bijvoorbeeld mooie aroma’s, maar is nogal licht. Die combineren we dan met een ras met een stevigere ruggengraat. Hier komt de persoonlijke toets van de wijnmaker aan bod. Pas dan kan er gebotteld worden. En dan ben je al aan het  plannen om opnieuw te oogsten… Het jaar is rond en je kan opnieuw beginnen. Eigenlijk ben je er elke dag mee bezig.’

Tervuren ligt tegen Overijse en Hoeilaart, de druivenstreek. De ideale plek om wijn te verbouwen?

‘Historisch is dit sinds 1850 à 1900 een druivenstreek, met het glazen dorp Hoeilaart en  uiteraard ook Overijse. We hebben hier weinig hagel en minder regen. Dat heeft te maken met het Zoniënwoud. De meeste wind komt uit het zuidwesten. Dat betekent dat we Atlantische luchtstromingen krijgen vanuit Frankrijk. Die brengen heel wat luchtvochtigheid mee, met soms zware onweders tot gevolg. Als die zware en koude luchtlagen het Zoniënwoud  bereiken,  worden die getemperd door het kleinere tem peratuurverschil. In bosrijk gebied is het nu eenmaal minder heet dan op zandgrond.

Hagel en regenval hebben we minder. Dat alles vormt een soort microklimaat. Binnen Noord-Europa is het hier een van de drogere streken. En tegelijkertijd is het toch een moeilijke breedtegraad voor wijn: we zitten op de meest noordelijke wijnbouwgrens. Ik merk dat het klimaat de laatste tijd verandert. Ik heb meetwaarden van de laatste tien jaar en die zijn helemaal anders dan wat we vroeger hadden. We oogsten vroeger, ruim een week vroeger dan tien jaar geleden. Het fruit is sneller rijp. De bokkensprongen van het klimaat hebben vreemde gevolgen. Bij ons is het nog niet zo’n probleem, maar in de Champagnestreek zullen ze het bijvoorbeeld moeilijk hebben om plukkers te vinden als de vendangeal in augustus moet beginnen. Daar wordt het stilaan prangend en dat is maar 300 km hier vandaan. Als je kijkt naar de metingen van de laatste dertig veertig jaar van de rijpheidsgraad van de druiven – de zogenaamde most – dan zie je dat die snel is opgelopen. Dat is ideaal voor stille wijnen, maar voor mousserende wijn heb je een lagere rijpheidsgraad nodig. Een hoger zuurgehalte moet voor de typische frisheid van deze wijn zorgen en dat ben je snel kwijt als het langer warm blijft. Wíj komen hier nu stilaan in een ideaal klimaat om schuimwijn te maken. 

Vroeger bleven de druiven zo lang mogelijk hangen, nu moet de wijnbouwer bij de pinken blijven om niet te laat te oogsten. Daarbij komt nog de wispelturigheid van ons weer. De seizoenen worden extremer waardoor de evolutie in rijpheden moeilijker kan worden ingeschat.’

Denk je dat ons klimaat echt radicaal aan het veranderen is?

‘Ik spreek over meetresultaten over een  periode van tien jaar. Om van een echte klimaat verandering te kunnen spreken, heb je meer data over meer jaren nodig. Vroeger hebben we hier ook kleine ijstijden gekend, waardoor de wijnbouw in deze contreien teloor is gegaan. Hebben wij nu te maken met een tijdelijk verschijnsel of is er meer in de hand? Dat is de vraag. Maar wanneer je met je beide voeten in de wijngaard staat, dan merk je dat er iets aan het veranderen is.’

Wordt 2019 een goed wijnjaar?

‘De productie zal heel wat lager uitvallen dan vorig jaar, maar we zullen gezonde druiven plukken. Vanaf dan ligt de toekomstige kwaliteit van de wijn in de handen van de wijnmaker. Natuurlijk wordt het een goed wijnjaar! Het is aan de lezer om de Belgische wijn te ontdekken.'

 Je kan wijndomein Pot de Vin enkel bezoeken op afspraak, domeinpotdevin@telenet.be en www.domeinpotdevin.be