01 feb '23

Extra plaatsen in de scholen

1888
door Liesbeth Bernolet
De jongste capaciteitsbarometer toont aan dat de scholen in de Vlaamse Rand voor enorme uitdagingen staan om voor alle leerlingen genoeg plaatsen te voorzien. Bijna nergens anders in Vlaanderen blijven de leerlingenaantallen de komende jaren met 10% toenemen en barsten de scholen uit hun voegen.

Met de capaciteitsbarometer in de hand investeert minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) deze legislatuur extra in de Vlaamse Rand. ‘Nu kunnen we zwart op wit bewijzen dat de noden in de Rand zeer groot zijn en dat het gerechtvaardigd is om een groot deel van het Vlaamse budget voor de Rand te bestemmen. De Rand krijgt vooral middelen om extra plaatsen te creëren.’

Sinds het begin van de legislatuur investeerde de Vlaamse regering 82 miljoen euro in scholenbouw in de Vlaamse Rand, nieuwbouw en uitbreidingen. Daarmee zijn de investeringen in onderwijs in de Vlaamse Rand groter dan ooit. ‘We spelen in op de noden van de regio, die hier zo goed als het hoogst zijn van heel Vlaanderen’, zegt de minister.

De komende twee jaar investeert de Vlaamse Regering 34 miljoen euro in extra schoolbanken in de Vlaamse Rand. Het gaat om 2.056 extra plaatsen in Dilbeek (15 miljoen euro) en Vilvoorde (9 miljoen euro). Voor Grimbergen en Halle wordt elk zo’n 5 miljoen euro voor schoolinfrastructuur voorzien.

Alle plaats tekort wegwerken, blijft echter een grote uitdaging. Van de geïnvesteerde 82 miljoen euro ging er 53 miljoen euro naar infrastructuurrenovaties en het creëren van extra plaatsen. ‘Dat komt uiteindelijk 22.000 leerlingen in de Vlaamse Rand ten goede. 29 miljoen euro gaat specifiek naar capaciteitsuitbreidingen in de onderwijszones Halle, Dilbeek en Vilvoorde. Dat is nog steeds niet voldoende, we zullen nog meer moeten investeren.’

Onderwijsminister Weyts vindt het belangrijk dat capaciteitsuitbreidingen hand in hand gaan met het renoveren van schoolgebouwen. ‘Investeren in onderwijskwaliteit betekent ook investeren in kwaliteitsvolle infrastructuur. Zo vermijden we dat oude gebouwen onveilig en onbruikbaar worden, wat de capaciteitsnoden opnieuw zou doen toenemen.’