01 nov '24

Eethuizen uit vervlogen tijden

509
door Freddy Phillips
Omdat ik opgegroeide in het mooie Meise, een gemeente met een rijke geschiedenis, neem ik je graag mee op een wandeling langs laiteries, brasseries, restaurants en andere culinaire trekpleisters die nog net niet uit het collectieve geheugen gewist zijn.

Sommige anekdotes blijven kleven en toveren bij navraag bijna meteen een brede glimlach en een zucht van nostalgie op het gezicht van de plaatselijke inwoners. En dan komen de verhalen beetje bij beetje in stukjes en brokjes naar mij toegewaaid.

Uitstap

In 1886 werd een stoomtramlijn van Brussel naar Meise aangelegd. Zo werd het dorp voor de stadsmensen een uitstekende zondagse uitstap waar ze eethuizen bezochten. Aan de ingang van het dorp staat er sinds de achtiende eeuw een witte fermette, een van de velen die deel uitmaakten van het kasteel van Bouchout, met name Auberge Napoleon. Afwisselend was die fermette een boerderij, een herberg, de eerste jeugdclub van Meise en na WOII de stamënee bai bëstël met het eerste benzinestation van de gemeente voor het merk Caltex. Vanaf de jaren 1960 werd de fermette uitgebaat als restaurant, sinds 2011 overgenomen door Jan Stallaert & co.

Volgens de overlevering zou keizer Napoleon er geslapen hebben vóór zijn nederlaag in Waterloo, maar daar is geen spoor van terug te vinden in het Gulden Boek van het huis. Aan de andere kant van de A12, op de Koninklijke Kasteeldreef, hadden al voor WOI Jean De Waet en zijn vrouw Alice Bettens (°1882) een boerderij, die nu deel uitmaakt van de Drytoren, eigendom van de familie Jean Baptiste Van Gysel-De Heu. Gesitueerd aan de overkant van de toenmalige eindhalte van de NMVB-tram G (Grimbergen) ontwikkelden ze het idee om hun melkproducten rechtstreeks te serveren en boterhammen met platte kaas en geuze te slijten aan de rijke Brusselaars die er uitstapjes maakten. Onder de naam Laiterie de la Drève hadden zij veel succes, en ook hun nazaten tot in 1939. Een postkaart met een afbeelding van de Laiterie uit 1913 toont de idyllische plek.

Terug in de dorpskern, op de Brusselsesteenweg nr.11, in een van de huizen gebouwd voor het personeel van keizerin Charlotte (c.1880), was er van eind jaren 1980 tot midden 2000, het gastronomische eethuis Koen Van Loven. Een gevestigde waarde. De keuken was er van hoog niveau en bijzonder ook: Van Loven vestigde er in maart 2002 het Belgische record pijproken. Hij kon zijn pijp maar liefst 2 uur 59 minuten onafgebroken aan de praat houden. De zaak is nu al enkele jaren gesloten. Naar het schijnt zou de ex chef-kok in warmere oorden vertoeven.

Nieuwelaan

Op de Nieuwelaan (N 277) richting Wolvertem, ter hoogte van nr.47, werd in 1935 een bepleisterde en geschilderde villa gebouwd in de toen nog zeer landelijke omgeving. De bouwheer was Arthur Van Lint (°1893-1948), echt. Germaine Fosset (°1895), advocaat en vrederechter in Grimbergen. Tijdens de oorlogsjaren zouden er tijdelijk Duitse officieren hun intrek hebben genomen, zoals wel vaker gebeurde in herenhuizen in bezet gebied.

Na het overlijden van Arthur Van Lint in 1948 verkocht zijn weduwe het pand. Het werd omgebouwd tot de volgende restaurants: Le Hasard uitgebaat door ene De Blidot tot in 1957 en daarna Le Chateaubriand van Fanny Loupart en J. Kergen. Allebei voorzien van een discrete parking en dienstverlening. Nadien kwam er de Hasseltberg van de familie Coppens tot in 1963, om ten slotte de Dog Bar te worden, genoemd naar de twee Deense doggen van de eigenaar, Sultan en Satan, die niemand durfde te benaderen tenzij je vriend aan huis was.

Voor de ingewijden was het ook een paardenmanege met een gezellige bar. In de jaren die volgden, werd de plek nog een Chinees restaurant en kantoren van een bedrijf in luchtcompressoren. Sinds 1998 doet het dienst als kabinet van een radioloog.

Verderop in de Nieuwelaan, op nr.61, treffen we een gebouw aan waar in de negentiende eeuw volgens de overlevering een herberg-poststation was gevestigd, waar de wisseling van paarden (relais) en postrijders (postiljons) plaatsvond. In de oorlogsjaren was het een volkscafé gerund door de vader van Meisenaar Albert Van den Wijngaert (°1905-1978). Ik herinner mij nog dat ik er met mijn vader in de vroege ochtend van koude winterdagen begin jaren 1950 mocht opwarmen aan de kolenkachel, wachtend op onze tram naar Brussel of Wolvertem, die voor de deur een halte had.

Later werd het pand omgebouwd en werd het de chique Hostellerie du Roi Dagobert, eerst uitgebaat door ene Bucher van het Metropole Hotel in Brussel, en waar later topchef-kok Freddy Vandecasserie zijn professionele carrière begon vooraleer hij in de gerenommeerde Villa Lorraine terecht kwam. Van 1966 tot 1979 nam Joseph Coomans (°1908-1993), een telg uit een horeca familie, het roer over, gevolgd door een Zweed(?) die een paar jaren later de kookboeken definitief neerlegde. Sindsdien is het huis een privéwoning.

De naam Roi Dagobert was geïnspireerd op een belangrijke adviseur van de Merovingische koning (ca. 600-639) Sint-Elooi (ca. 588-660), die bisschop van Noyon was. De kapel aan de overkant van de baan is aan deze laatste gewijd.

Achteraan het gebouw, op de Zonnelaan nr.11, was er in 1954 ’t Rozenhof, toen uitgebaat door Jules De Smet en Julia Cailliez. Het werd later het restaurant Marco Polo dat eind 2023 de deuren sloot.

Ernest Salu

Enkele huizen verder, op nr. 29, staat de statige Villa Denise, gebouwd in 1913 voor August De Cock-Demayer, landbeheerder van de gemeente. Na WOI werd het het buitenverblijf van de gekende Lakense beeldhouwer en grafkunstenaar Ernest Salu (°1885-1980). Hij was niet alleen gekend als de architect van het kerkhof rond de kerk van Meise, maar ook als ontwerper van de folkloristische reuzen Jan en Mie (1928). In de periode van Expo 58 was het voor korte tijd de chique brasserie La Roseraie. Ik herinner mij nog de houten lambrisering en een speciale ingang aan de linkerkant van het huis. In de keuken stond een grote rode professionele snijmachine van de merk Berkel. Indrukwekkend voor een kind!

In de jaren 1970 werd het een privéwoning waar de zangeres Ann Christy (1945-1984) woonde. Na veel omwentelingen heeft een lief koppel dertigers het verloederde pand in 2018 gekocht en hersteld in de stijl van weleer. Ik kon het originele houten cassetteplafond bewonderen met de geschilderde inscriptie Met zoo’n vrouwtje in zoo’n huisje, blijft de kerel in zijn kluisje, en met in de vier hoeken de initialen ES van Ernest Salu. We wandelen verder naar het zogenaamde rondpunt van Wolvertem, waar het restaurant De Manke Vos was. Nu is het de populaire dancing Baradouz, gerund door de broeders De Pauw uit Meise.

Plasstraat

Via de Vilvoordsesteenweg komen wij aan de Plasstraat. In 1952 kochten de gebroeders De Waet daar een mooie villa met omringende tuin, geflankeerd door een toren. In de loop der jaren kreeg het gebouw de naam patattentoren, waarschijnlijk omdat er ooit een handelaar in aardappelen woonde, of volgens sommigen, omdat er aardappelen werden verdeeld onder minderbedeelden. Van 1956 tot in 1982 exploiteerden de gebroeders er de Laiterie De Waet, een chique en succesvol restaurant. Het domein werd in 1994 verkocht en is sinds 2002 een privéwoning, waar de eigenaars genieten van een aangenaam park met een mooie gloriëtte in art-déco stijl en een bruggetje in rocaille over de vijver. Een zeldzaam kunstwerk van de toen gekende Meisenaar en rocailleur Joseph D’Hont. Mooie herinneringen aan een vervlogen tijd.