Een stille zomer
Nog nooit waren er in Vlaanderen zoveel festivals als de jongste jaren, en blijkbaar komen er nog steeds bij. Het doet een beetje denken aan de Romeinse tijd van brood en spelen. Of het nu ook gaat ten koste van het inhoudelijke laat ik voor jouw rekening, maar het feestgedruis loopt volgens mij toch stilaan de spuigaten uit.
Elk dorp of gehucht heeft zijn feest, liefst zo groot en lawaaierig mogelijk. De grotere steden moeten er verschillende per jaar hebben, dat spreekt voor zich. Mijn buren in Vilvoorde klampen me aan met de vraag of er nog wel eens een maand komt dat ze niet uit hun bed worden gedreund van de feestelijke happenings die de stad maar blijft organiseren. Ofwel gebeurt dat op de Grote Markt, ofwel op de Asiatsite, of nog elders.
Alsof dat nog niet genoeg is, heeft men er nog een geniaal idee bij gesleurd. Om het lawaai en de verstoring van de Asiatsite nog uit te breiden gaat men aan de overkant van de Zenne een heus natuurgebied inrichten op de site van Engie, met zijn bekende koeltorens. Je zou denken dat de natuur en de rust daar prioriteit zijn, maar nee hoor. Het is de bedoeling om daar een Congolese brug over de rivier te leggen zodat de feestgangers van het feestgedruis naar de stilte kunnen wandelen. Dat moet de biodiversiteit op beide sites ten goede komen.
Wie bedenkt zoiets? Jarenlang streefden de buurtbewoners ernaar om op de Engiesite een natuurgebied te voorzien. Dat gaat nu gebeuren, maar het zal vooral dienen om de mens, die op dat ogenblik niet aan natuur denkt, te plezieren. Kijk maar naar de groene bermen van het fietspad wanneer de feestelijkheden aan de gang zijn. De overlast wordt geëxporteerd naar het nieuwe stukje natuurgebied. Een waar kunststukje.