01 nov '23

Economie
op mensenmaat

5024
door Jan Haeverans
In deze aflevering van Randlabeur gaan we in op de sociale economie in onze regio. Winst maken staat niet op de eerste plaats, wel de mensen, zowel de werknemers als de klanten van de verbazend diverse bedrijven die in de sociale economie actief zijn.

Bij sociale economie denken velen wellicht aan de vroegere beschutte en sociale werkplaatsen, waar kwetsbare mensen of mensen met een beperking onder begeleiding een job konden uitoefenen. Veelal ging het om werk waar je weinig scholing of opleiding voor nodig hebt. Die werkplaatsen bestaan nog steeds, maar worden nu maatwerkbedrijven genoemd. Er zijn er heel wat in onze regio. Zo is 3Wplus uit Asse actief in renovatie en klussen, groen en onderhoud, maar ook in monumentenzorg en de restauratie en onderhoud van authentieke druivenserres en alles wat daarmee samenhangt, zoals het telen van serredruiven en het kweken en verkopen van streekeigen druivenrassen.

Zeer divers aanbod

Het valt op dat nog heel wat andere bedrijven uit de sociale economie het aspect maatschappelijke meerwaarde creatief invullen. Zo zet maatwerkbedrijf Amab, met vestigingen in Asse, Zaventem en Halle, volop in op de circulaire economie, waarin hergebruik van materialen en het omvormen van afvalstromen tot nieuwe grondstof centraal staan. Het resulteerde onder andere in herbruikbare bekers en duurzamere verpakkingen. Den Diepen Boomgaard in Grimbergen is dan weer een maatwerkbedrijf dat gespecialiseerd is in biologische groenteteelt en voedselverwerking. Ze bieden onder andere groentepakketten aan, ook zelfoogst is mogelijk, en je kunt er terecht in de hoevewinkel.

De Antwerpse sociale-economieonderneming Sense opende in de streek twee buurtrestaurants: een in cultuurcentrum ’t Vondel in Halle en een op de welzijnscampus Nieuwenbos in Dilbeek. Iedereen kan er terecht voor een prettig geprijsde, gezonde lunch. Mensen met een OCMW- of participatiepas krijgen er een extra korting. Zo krijgen mensen met beperkte middelen de kans om uit eten te gaan. De buurtrestaurants stellen ook mensen uit de omgeving tewerk.

Schaalvergroting

Een van de meest tot de verbeelding sprekende initiatieven wordt misschien wel aangeboden door KiemKracht, dat begin dit jaar ontstond uit de fusie van de maatwerkbedrijven Spoor2 en Pro Natura. Zij zetten onder andere het project levensbossen voort, waarmee Pro Natura eerder al was gestart: begraafplaatsen waar de natuur haar gang mag gaan en waar de asse tussen en onder de bomen wordt verstrooid. KiemKracht heeft dan wel zijn hoofdzetel in het Oost-Vlaamse Hamme, het heeft ook een stevige poot in de Vlaamse Rand. En dus verschijnen er ook hier levensbossen. Zo is er al een in Beersel en is er een aangeplant in Lot. Begin oktober opende een natuurbegraafplaats in Ternat. Daarnaast zijn er op nog andere locaties plannen voor levensbossen.

Kringwinkel

Het is maar een greep uit de uitgebreide en diverse activiteiten van bedrijven die in de sociale economie actief zijn. Het allerbekendst is wellicht de Kringwinkel. Ook daar was er kort geleden een fusie: Televil, dat heel wat Kringwinkels in de Vlaamse Rand en omstreken uitbaat, versmolt samen met Spit in Leuven tot ViTeS. Ingrid De Roo, stafmedewerker marketing en communicatie en verantwoordelijke armoedebeleid bij ViTeS: ‘Wij willen een duurzame tewerkstelling verzekeren. Daarvoor was een schaalvergroting nodig. Zo heb je bijvoorbeeld maar een sociaal secretariaat nodig voor je hele werking en je kunt betere voorwaarden bedingen bij de verzekering en dergelijke. Ook het wetgevend kader van de sociale tewerkstelling is ondertussen veranderd met het maatwerkdecreet, waardoor we actie moesten ondernemen.’

‘Zo’n fusie is een kluwen’, weet De Roo. ‘Je moet twee verschillende organisaties op dezelfde leest schoeien. Arbeidscontracten moeten eenvormig worden gemaakt. Maar het lukt ons. We kunnen zeggen dat het een succesverhaal is. Ook de omvorming van beschutte en sociale werkplaatsen tot maatwerkplaatsen een aantal jaren geleden was zo’n ingewikkelde operatie (ViTeS baat ook de maatwerkplaats Mivavil in Vilvoorde uit, JH). In de beschutte werkplaatsen werkten voornamelijk mensen met een lichamelijke of mentale beperking terwijl sociale werkplaatsen zich voornamelijk richtten op mensen met een moeilijkere sociale achtergrond, zoals kortgeschoolden of mensen die de taal nog niet zo goed beheersen. De profielen zijn dus heel verschillend. In de Kringwinkels hebben we daarom de werkprocessen opgedeeld in verschillende deelprocessen. Elk daarvan wordt uitgevoerd door een andere groep. Dat is een uitdaging, zeker voor de begeleiders, maar ook dat is ons gelukt, en daar zijn we trots op.

De Kringwinkels van ViTeS stelden in 2021 741 mensen tewerk, van wie een goede 500 in de Vlaamse Rand en omstreken. De Roo: ‘Tewerkstelling en opleiding voor mensen met minder kansen is de kern van onze werking. Het hebben van werk is een van de hefbomen om uit de armoede te geraken. Het zorgt voor structuur in je leven, biedt een sociaal netwerk en geeft je een gevoel van eigenwaarde, want je verdient zelf je geld. Je hoeft je hand niet op te houden.’

Armoedebestrijding

Het sociale aspect gaat veel verder dan dat. ‘We zetten echt in op projecten tegen armoede. We zijn gegroeid uit de thuislozenwerking en geven nog steeds materiële steun aan bepaalde doelgroepen. Zo zamelen we bij het begin van het schooljaar boekentassen in. Scholen signaleren ons dat er na de lege brooddozen een nieuw fenomeen opduikt: kinderen die met hun boeken in een plastic zakje naar school komen. Dat is heel stigmatiserend. Die kinderen kunnen we een mooie boekentas aanbieden. Daarnaast zamelen we dekens en truien in voor daklozen, hebben we een actie voor Marokko opgezet, werken we samen met OCMW’s, zamelen we kinderen jeugdboeken in naar aanleiding van de Jeugdboekenmaand, enzovoort. Inzetten op armoedebestrijding is heel belangrijk voor ons.’

Wat met de economie?

In de sociale economie zit er natuurlijk ook een economisch luik. Hoe zit het daarmee? ‘We zijn een vzw en hoeven dus geen winst te maken of aandeelhouders uit te betalen. Alles wat er aan inkomsten binnenkomt, wordt opnieuw in de eigen werking geïnvesteerd. Voor elke euro aan subsidie die we krijgen, moeten we zelf bijna 2 euro verdienen om de rekening te laten kloppen. Die inkomsten halen we voornamelijk uit de verkoop in onze winkels. We creëren er heel wat meerwaarde mee. Op economisch vlak in de eerste plaats door tewerkstelling. Een persoon die werkt, kost minder aan de maatschappij. Hij heeft geen uitkering nodig, betaalt belastingen en er worden sociale lasten op zijn loon betaald. Een investering in sociale tewerkstelling levert de maatschappij per persoon ongeveer 12.000 euro winst op. En daarnaast is er natuurlijk nog de ecologische winst. Want door de goederen die wij in omloop houden, stoten we minder CO2 uit. Vorig jaar spaarden we 7.193 ton CO2 uit, wat overeenkomt met de verwarming van 2.696 woningen.’

Tewerkstelling en opleiding voor mensen met minder kansen is de kern van onze werking.

‘We zijn sociale economie, maar uiteraard ook economie. De corona-epidemie, de hoge brandstofprijzen, de indexering van de lonen, de krapte op de arbeidsmarkt, de verkeersdruk in de regio, de werken op het viaduct van Vilvoorde, daar worden ook wij allemaal mee geconfronteerd. We moeten daar oplossingen voor vinden om die duurzame tewerkstelling te kunnen behouden.’ Het grote verschil daarbij is dan misschien dat in de sociale economie een en ander toch op een wat meer menselijke manier verloopt dan in de reguliere economie. Of zoals Aart Lehembre van KiemKracht het mooi formuleerde in antwoord op een vraag die we hem per mail stelden: ‘We begeleiden mensen naar de reguliere economie. Indien ze bij ons een volledig traject hebben gevolgd en dermate gegroeid zijn om door te stromen, gaan we actief op zoek met hen. Elk jaar stromen er wel enkele mensen door. Er zijn ook mensen die nooit zullen doorstromen, en dat is oké.’