Drie of vier fonteinen?
Bakboord, stuurboord, links, rechts, wat betekent feitelijk linkeroever of rechteroever van het kanaal? Net als de Zenne loopt het Zeekanaal van Brussel naar de Schelde en zo richting zee, en dus ligt de linkeroever aan de linkerkant als je stroomafwaarts vaart. Belangrijk om het onderstaande verhaal te kunnen situeren.
Eertijds
In 1477 verleende Maria van Bourgondië toelating aan de stad Brussel voor het graven van een kanaal van Brussel via Vilvoorde naar de Dijle in Mechelen. Maar Mechelen wou daar niets van weten, want daardoor zou ze haar tolrechten op de Zenne verliezen. Toch werd vanaf 1560 de zogenaamde Willebroekse vaart gegraven, die Brussel met de Schelde en Antwerpen zou verbinden.
Er werden ook vier versterkte sluizen gebouwd om het niveauverschil op te vangen. Het verval van Brussel naar de Rupel/Schelde van 14 meter werd hiermee overbrugd. Een van deze sluizen, de sluis van Ransbeeck, werd ter hoogte van het latere gehucht Drie Fonteinen gebouwd. Voor de schippers die vanuit Brussel kwamen was de sluis de eerste die ze tegenkwamen, en algauw werden er enkele huizen gebouwd.
In 1565 kwam er een monumentale fontein bij om de schippers van water te voorzien. Volgens oude gravures was deze samengesteld uit een Dorische zuil met groeven, bekroond door een verguld beeld van Sint-Michiel, de patroonheilige van de stad Brussel, en voorzien van vier spuitkoppen. Aangezien de schippers bij het naderen van het gehucht op de linkeroever slechts drie stralen konden zien, raakte de benaming Drie Fonteinen snel verspreid als plaatsaanduiding voor de onmiddellijke omgeving. In 1850 verdween de fontein maar niet de naam.
Riant buitenverblijf
in de 18e eeuw ontwikkelde zich langs het kanaal tussen Brussel en Vilvoorde een soort toeristisch gebied voorbehouden voor de adel en de gegoede bourgeoisie. Er werden talrijke kasteeltjes opgericht, zoals dat van Meudon, het Crayenhof, het kasteel van Beaulieu, het domein Mon Plaisir, Schonenberg, de residentie van aartshertogin Maria Christina van Oostenrijk en haar gemaal hertog Albert van Saksen-Teschen, de landvoogdes van de Zuidelijke Nederlanden, en het huidige koninklijk kasteel van Laken waar onze Belgische vorsten sinds 1831 wonen.
De schippers die van Brussel kwamen, zagen drie fonteinen maar eigenlijk waren het er vier.
Domein Drie Fonteinen werd tussen 1760 en 1780 aangelegd door bankier Jean Joseph Walckiers, en uitgebouwd tot een riant buitenverblijf met Engelse tuin. Na verloop van tijd kwamen er daar nog twee andere kastelen bij: het buitenverblijf van graaf Patrice François de Nény (1716-1784) en het Château de l’Ecluse aan de huidige Ganzenvoetweg, dat in 1876 werd opgetrokken in opdracht van burgemeester E. Hanssens. Het riante buitenverblijf van J.J. Walckiers werd in mei 1944 volledig verwoest door geallieerde bommenwerpers die naar verluidt op weg waren naar het vormingstation van Schaarbeek. Alleen het huidige podium toont nog de plaats waar het gebouw stond.
Eerste Wereldoorlog
Van 1914 tot 1917 was het kasteel Drie Fonteinen de residentie van de Duitse gouverneurgeneraal Moritz von Bissing (1844-1917). Hij stierf er op 18 april 1917. Misschien minder geweten is dat hij de wederopbouw van de door het oorlogsgeweld vernielde huizen en boerderijen op zich nam. Al in1915 waren er plannen om een eerste deel hiervan uit te voeren. De burgemeesters en schepenen wilden er hun medewerking niet aan verlenen om niet van collaboratie te worden beschuldigd. Er werden Comités Consultatifs opgericht en even later kwamen de Duitse architecten Cari Rehorst en Johannes Hans Schüller naar Vilvoorde. Deze laatste gaf in 1918 een boek uit onder de titel Neue Kleinhäuser in Belgien erstanden während des Krieges (Nieuwe kleine huizen in België gebouwd tijdens de oorlog), waarin hij het project belicht. Volgens een studie van R. Van Kerckhoven van de heemkundige kring van Zemst leek het echter meer op een prestigeproject met meer oog voor pracht en praal dan voor de werkelijke noden.
De Duitse architecten verbleven op het domein in de woning van de pachthoeve. Architect Cari Rehorst vond de hoeve een typevoorbeeld en vooral een prachtige uitvoering van zijn ideeën over de Vlaamse stijl. Zijn plannen voor de heropbouw van een aantal hoeves in Vlaams-Brabant zijn hierdoor geïnspireerd. Naar schatting werden een 70-tal hoeves in een vergelijkbare stijl gebouwd, aldus de Historische nota en waardebepaling Pachthoeve Drie Fonteinen uit 2019.
In 1956 kocht de stad het volledige domein Drie Fonteinen aan en werd het mondjesmaat tot een prachtig park gerenoveerd. De talrijke mensen die in het park wandelen, van de natuur genieten en van een glas in de vroegere orangerie van het kasteel zijn niet altijd bewust van de voorgeschiedenis van dit prachtige domein.