01 sep '18

Drie burgemeesters
verlaten politiek 

12367
door Luc Vanheerental
Los van de verkiezingsuitslag zijn er in de Vlaamse Rand zeker drie burgemeesters die we vanaf 2019 niet meer zullen terugzien. Hoe kijken zij terug op hun politieke carrière? En waar kunnen lokale bestuurders het verschil maken?

Dirk Brankaer (OV2002) nam midden 2017, na 16 jaar, ontslag als burgemeester van Overijse. Hij vond het genoeg geweest en wilde plaatsmaken voor iemand anders. Eddie De Block (Open VLD) uit Merchtem, sinds 2001 burgemeester, is geen kandidaat meer. Hij vindt dit veeleisende ambt niet langer combineerbaar met zijn baan als hoofdgeneesheer van warenhuisketen Delhaize. Hij wil in de toekomst meer tijd voor zichzelf en zijn familie. Marleen Mertens (CD&V), sinds 2010 burgemeester van Grimbergen, gooide de handdoek in de ring nadat haar partij niet voor haar maar voor onderwijsschepen Patrick Vertongen koos als lijsttrekker. Ook zij zal bij de komende verkiezingen geen kandidaat meer zijn.

DE GOEDE HUISVADER

‘Verbinden en bemiddelen.’ Dat is voor deze drie ervaren bestuurders de belangrijkste taak van een burgemeester. ‘Alle politici – met inbegrip van een burgemeester – zijn ambitieuze mensen met een dosis ijdelheid. Een burgemeester moet van zijn bestuursploeg een goed werkende groep maken in het belang van de gemeenschap. Iedereen steeds op dezelfde lijn krijgen, is niet nodig, maar men moet elkaar vooral ook niet tegenwerken. Een van de belangrijke zaken die ik heb kunnen realiseren tijdens mijn burgemeesterschap is de politieke rust doen weerkeren in Overijse. In de periode voordien was politiek hier immers synoniem met oorlog voeren’, vertelt Brankaer. Ook Marleen Mertens vindt verbindend werken binnen het schepencollege de eerste taak van de burgemeester. ‘De burgemeester moet boven de partijen staan en door de tegenstellingen heen naar oplossingen zoeken.’ 

‘Een burgemeester moet iemand zijn die bemiddelt en verbindt.’

‘Een goede burgemeester moet zijn gemeente besturen als een goede huisvader en er bij de verdeling van budgetten voor zorgen dat alle deelgemeenten en bevolkingscategorieën aan bod komen. Van hem of haar wordt verwacht dat hij veel aanwezig is in de gemeente, niet alleen op vergaderingen, maar ook tussen de mensen’, zegt De Block. Brankaer beaamt: ‘De burgemeester moet hét aanspreekpunt zijn. Op die manier weet hij wat er leeft onder de bevolking, kan hij bemiddelen waar nodig en zonder vriendjespolitiek tegemoet komen aan noden.’ Ook Mertens vindt de rol van aanspreekpunt heel belangrijk. ‘In tal van kleine disputen wordt van de burgemeester vaak verwacht dat die de knoop doorhakt.’ De Block kijkt met lede ogen naar de verschraling van het debat. Dat komt volgens hem grotendeels door de sociale media. ‘Mensen hebben het recht om iets te zeggen en ik ben nooit discussies uit de weg gegaan. Maar wat er allemaal op de sociale media wordt geschreven…’

OPEN RUIMTE BESCHERMD

Brankaer kijkt tevreden terug op zijn burgemeesterschap van Overijse. ‘In de lijst van de belangrijkste realisaties staat ons gemeentelijk structuurplan bovenaan. Met dit plan hebben we 1/3e van ons grondgebied als landbouw en open ruimte beschermd, een prestatie die weinig weerklank heeft gekregen in de gewone media, maar des te meer in de vakliteratuur. Ook de resultaten van de herinrichting van het centrum, de bouw van ons nieuw administratief centrum Vuurmolen, de overname van het vrijetijdscentrum Kamp Kwadraat en de erkenning van de Vlaams-Brabantse tafeldruif mogen er zijn.’ Brankaer is ook fier op de nieuwe impulsen die hij heeft gegeven op vlak van inspraak, bijvoorbeeld bij de renovatie van het centrum. We hebben de dorpsraden gereactiveerd en elk een eigen wijkontmoetingscentrum gegeven.’ 

GEMEENSCHAPSLEVEN ONDERSTEUNEN

De Block haalde in 2005 de nationale media met zijn reglement dat het gebruik van het Nederlands door marktkramers en op speelplaatsen verplichtte. Hij is er fier op die verplichting te hebben kunnen afdwingen, ondanks veel kritiek. Merchtem levert daarnaast ook veel inspanningen om anderstaligen in de gemeente op een positieve manier te verwelkomen en te integreren. ‘Om mensen meer met elkaar in contact te brengen, ben ik indertijd gestart met feestcheques voor buurtfeesten. Ondertussen delen we er per jaar een 60-tal uit. Ook het verenigingsleven wordt logistiek sterker ondersteund dan voorheen.’

Andere projecten waar De Block positief op terugkijkt, zijn de uitwerking (samen met de provincie) van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) voor de renovatie van de site Ginder Ale, de overname en de bouw van een nieuwe school in Peizegem, de uitbreiding van de tuinbouwschool, de bouw van collectoren en het waterzuiveringsstation, de gezamenlijke aanpak met omliggende gemeenten van de overstromingsproblematiek waarbij diverse spaarbekkens werden aangelegd. ‘Merchtem is sinds 2002 droog gebleven.’

LANGETERMIJNVISIE 

Mertens is tevreden op wat Grimbergen gepresteerd heeft tijdens haar acht jaar burgemeesterschap. ‘Voor Verbrande Brug, Strombeek-Bever en Borgt hebben we een langetermijnvisie ontwikkeld en zijn er reeds werken uitgevoerd. De gemeentelijke basisschool ’t Mierken in Beigem kreeg een nieuw schoolgebouw. Langs de Wolvertemsesteenweg in Grimbergen is een KMO-zone gepland voor lokale bedrijven die nood hebben aan uitbreiding. Ik ben ook bijzonder fier dat we recent twee woonuitbreidingsgebieden in Beigem en Humbeek hebben kunnen omzetten in open ruimte om te voorkomen dat Grimbergen één grote lintbebouwing wordt. Het risico op overstromingen hebben we beperkt door de aanleg van verschillende wachtbekkens.’

Ze is ook opgetogen over het feit dat mede onder impuls van Grimbergen vooruitgang werd geboekt in een aantal grensoverschrijdende dossiers. ‘Wij hebben de nationale politiek er mee van kunnen overtuigen dat de bouw van het Eurostadion op Parking C geen goed idee was. In het dossier van het vliegtuiglawaai hebben de vijf gemeenten van de Noordrand en de provincie hun samenwerking structureel verankerd.’ Mertens wijst ook op de intense samenwerking tussen de gemeenten van Halle-Vilvoorde in het kader van het Toekomstforum, waar dossiers van veiligheid tot mobiliteit worden besproken. Momenteel gaat er veel aandacht uit naar de uitbouw van de regio tot smart city. 

EXTRA AANDACHT VOOR RAND GEVRAAGD

Het drietal is van oordeel dat het leiden van een gemeente in de Vlaamse Rand extra bezorgdheden met zich meebrengt. ‘Circa 30% van de 25.000 inwoners in Overijse zijn anderstalige Belgen; daarnaast heb je nog eens 20% buitenlanders. Het draagvlak van je beleid is derhalve beperkt. Het grootste deel van de anderen komt hier immers alleen maar om te slapen. Ze zijn tevreden als het huisvuil wordt opgehaald, het licht brandt, de riolering werkt, maar houden zich voor de rest afzijdig. Ondanks initiatieven zoals ons aanbod aan Nederlandse taallessen is het niet makkelijk om daar verandering in te brengen. In de gemeenteraad zetelen ook enkele Franstalige politici. Sinds de splitsing van BHV zijn die gelukkig wat  gekalmeerd omdat ze beseffen dat de verhoopte aansluiting bij Brussel niet meer kan’, aldus Brankaer. 

Volgens De Block creëert de nabijheid van Brussel en de inwijking van anderstaligen een grote druk op de immobiliënprijzen in zijn gemeente. Mertens merkt op dat de invloed van Brussel duidelijk veel meer voelbaar is in Strombeek-Bever dan in het meer landelijke Beigem of Humbeek. ‘Dat vergt een andere beleidsaanpak. Ons streven om het karakter van Strombeek-Bever en omgeving te vrijwaren, brengt tal van uitdagingen mee, zoals de noodzaak aan een goede jongerenwerking en de opvang van anderstalige ouders en leerlingen in het onderwijs. In tegenstelling tot steden krijgen we hiervoor echter niet de nodige financiele middelen.’

REAGEREN

Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels.