De strijd om het water
Tien van de vijftien Vlaamse gemeentelijke aandeelhouders van Vivaqua, waaronder Dilbeek, Machelen, Grimbergen, Merchtem, Tervuren, Sint-Pieters-Leeuw en Wemmel, hebben beslist om uit de watermaatschappij te stappen. Sinds midden 2014 valt Vivaqua onder toezicht van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De vijftien aangesloten Vlaamse gemeenten hebben, met slechts 11% van de aandelen, weinig in de pap te brokken in de watermaatschappij; de zes Brusselse gemeenten bezitten samen immers meer dan 80% van de aandelen.
Bovendien besliste Vivaqua vorig najaar te fuseren met de andere Brusselse watermaatschappij Hydrobru. Die maatschappij kampt met een schuld van 500 à 600 miljoen euro. De Vlaamse gemeenten vrezen nu de financiële dupe van de situatie te worden en ze willen kunnen opstappen uit Vivaqua. Om dat af te dwingen, zijn tien Vlaamse gemeenten naar de rechter gestapt, gesteund door de Vlaamse overheid. Tegen september wordt een uitspraak verwacht.
BRUSSELS TOEZICHT
‘Als Vlaamse gemeenten verzinken we in het niets in deze door Brusselse gemeenten gedomineerde intercommunale, waarbij het Brusselse belang de eerste zorg is. Het beste bewijs is de fusie met Hydrobru, iets wat de gemeenten uit de Vlaamse Rand niet willen. Bovendien worden we geconfronteerd met de Brusselse overheid en regelgeving. Vlaamse overheden kunnen we als Vlaamse gemeenten ter verantwoording roepen, Brusselse niet’, aldus Luc Deconinck (N-VA), burgemeester van Sint-Pieters-Leeuw.
Burgemeester Ingrid Holemans (Open VLD) van Zaventem - wel tegen de fusie - stelt nog geen beslissing te hebben genomen over uittreding uit Vivaqua ‘omdat we eerst willen bestuderen wat daarvan de financiële gevolgen zijn’.
In Wezembeek-Oppem, die voor de fusie is, stelt burgermeester Frédéric Petit (MR) geen voordelen te zien in een uitstap. ‘Ik begrijp de vrees over de fusie met Hydrobru, maar het is de overheid die de waterprijs bepaalt, en dus verwacht ik niet dat de fusie daar invloed op zal hebben. Wij zijn tevreden over de dienstverlening van Vivaqua en willen de lopende projecten met hen afronden.’
BELANGENCONFLICT
De uitstap was wellicht al lang een feit geweest, moest het samenwerkingsakkoord over gewestoverschrijdende intercommunales correct zijn toegepast. Dat akkoord moest gemeenten van een ander gewest dan dat van de aangewezen toezichthoudende gewestelijke overheid tussen 1 juli 2014 en 1 juli 2015 de statutaire mogelijkheid bieden om uit te treden.
Ondanks het feit dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dit samenwerkingsakkoord goedkeurde, weigert Vivaqua haar statuten aan te passen. In de praktijk betekent dat een uittreding alleen mogelijk is met een tweederde meerderheid. De zes grote aandeelhouders weigeren dit tot nu toe.
Op vraag van de burgemeesters van het Toekomstforum Halle-Vilvoorde riep het Vlaams parlement eind vorig jaar een belangenconflict in om te verhinderen dat het Brusselse parlement de fusie tussen Vivaqua en Hydrobru zou bekrachtigen. ‘We willen het recht op uittreding tegen een correcte vergoeding. De geesten bij Vivaqua zijn gerijpt. Praten over een uittreding kan ondertussen, maar men wil ons een veel kleinere uittredingsvergoeding toekennen dan waarop wij recht hebben’, zegt Deconinck.
Een uitstap uit Vivaqua impliceert wel dat vijf gemeenten hun waternet zullen moeten terugkopen. Dit zou geen onmiddellijke gevolgen hebben voor de waterdistributie. De terugkoop zou de gemeenten ook geen financiële problemen bezorgen.
REAGEREN
Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels.