Alleen met de
zwaartekracht
Ik ben beginnen valschermspringen in 1973. In die tijd had ik vrienden die Belgisch kampioen waren in het formatiespringen. Ze namen deel aan wereldkampioenschappen. Dat wilde ik ook en dus ben ik hard beginnen trainen.’ Dat lukte bijzonder goed. Maison werd liefst 26 keer Belgisch kampioen in het formatiespringen. Het liet hem toe met zijn bevriende collega’s de hele wereld af te reizen voor de wereldkampioenschappen en daar telkens in hetzelfde gezelschap van internationale valschermspringers terecht te komen.
‘Toen de kinderen opgroeiden, werd het moeilijker om de engagementen voor een ploegsport na te komen. Intussen was ik in 1999 in Australië geraakt waar mijn vrienden in 1973 hadden gesprongen, dus de cirkel was rond. Een jaar of tien heb ik alleen nog aan events deelgenomen, waar je formaties maakt met honderd, tweehonderd of zelfs vierhonderd man; nog altijd het wereldrecord. Toen mijn kinderen groot genoeg waren, ben ik terug in de competitie gestapt, maar dan individueel in het speedskydiven. Als ik faal, ligt het aan mezelf, als het goed gaat ook.’
Recordman
Sinds de officiële erkenning van het speedskydiven heeft Maison aan alle WK’s deelgenomen. Jaar na jaar werd hij beter. In 2019 werd hij Europees kampioen en won hij de wereldbeker met een sprong van 506,35 km/u, het wereldrecord. Trainen doet Maison vaak in Schaffen en elders in binnen- en buitenland zodat hij een twintig sprongen per weekend kan maken. Is het een verslaving? ‘Een gezonde verslaving. Ondertussen heb ik ongeveer 11.000 sprongen gedaan waarvan 3.000 in het speedskydiven. Het gaat me niet zozeer om de kick van de adrenaline, maar om het gevoel van vrijheid. Daarboven kom je in een toestand en een zone terecht waarin niemand anders zich begeeft.
Kop en schouders
Beschrijf eens zo’n ultrasnelle sprong vanop 4 km hoogte? ‘De eerste twintig seconden haal ik mijn topsnelheid, dan rem ik acht à tien seconden af, en daarna trek ik de parachute open. Mijn vrije val duurt dus niet veel langer dan dertig seconden, terwijl een normale vrije val vanop die hoogte ongeveer een minuut duurt. De seconden om te vertragen, heb ik nodig omdat ik anders het valscherm niet kan openen zonder het te scheuren. Dat remmen gebeurt door geleidelijk aan in horizontale houding te komen.’ Op die manier creëert hij een horizontale snelheid, zodat hij nog even als Superman tegen 200 km/u horizontaal door de lucht vliegt. ‘Het is behoorlijk technisch. Je moet rekening houden met de luchtlagen en met het draaien en de snelheid van de wind om zo weinig mogelijk wrijving met de lucht te veroorzaken.’ Met hoofd en schouders recht naar beneden dus, en dan de aantrekkingskracht zijn werk laten doen. Maisin heeft zijn techniek zo geperfectioneerd dat hij sneller is dan de rest. Hij wil ook constant op hoog niveau springen. Daarvoor is ervaring belangrijk. ‘Een wedstrijd bestaat uit acht sprongen. Dus als je zeven sprongen goed bent en de achtste verknalt, zak je weg in het klassement.’
‘Daarboven kom je in een toestand en een zone terecht waarin niemand anders zich begeeft.’
Speedskydiven wordt natuurlijk niet door heel veel mensen beoefend. Maisin is met zijn topprestaties op zijn leeftijd een echt fenomeen en dus verdient deze wereldtopper wel wat meer aandacht. ‘Na zo’n wereldbeker of wereldrecord haal ik al eens de media, maar dan alleen als ik er zelf moeite voor doe.’ Voor hemzelf is zijn leeftijd geen bezwaar. ‘Bij ons in de club is er iemand van 85 jaar die nog elke week springt.’