01 sep '18

Doen
wat je graag doet

4669
door David Bitoune
Rembert Mertens uit Strombeek-Bever werd in juni door Olivier de Hasque aangeduid om deketting voort te zetten.

Geholpen door universitaire studies ontdekte hij de voordelen van een leven in de hoofdstad en uiteindelijk in de Rand. Rembert Mertens, 41 jaar, arts aan het UZ Jette, papa van Sofie en Charlotte, groeide op in Kiewit vlakbij Hasselt. Eerst studeerde hij geneeskunde in Diepenbeek, vervolgens aan de VUB, waar hij zijn vrouw Kim leerde kennen. 

‘Brussel lag ons. Dus hebben we er ons gesetteld, onder meer in Koekelberg en Schaarbeek. Een leuke tijd. Jong en onbezonnen. Toen ons tweede kindje op komst was, hadden we nood aan meer rust en was de verhuis naar de Rand een logische keuze. Het werd eerst Strombeek centrum en sinds enkele maanden deze unieke plek meer aan de buitenkant van de gemeente. Heel toevallig, want we waren niet echt op zoek naar een nieuwe stek, maar toen we op dit afgelegen domein botsten, was de beslissing snel gemaakt. Hier zitten we ver van alle drukte, midden in het groen en toch dichtbij alles. Brussel is een stad die qua natuur zijn mogelijkheden niet goed uitbuit. In vergelijking met andere steden is het pover gesteld met parken of leuke groene plekjes. Dat is ook een van de redenen waarom de Rand zo gegeerd is en verbrusselt.’ 

NATUURLIEFHEBBER 

‘Van kindsbeen af ben ik een natuurliefhebber. Bioloog of bio-ingenieur wilde ik worden, maar het is anders uitgedraaid. Interne geneeskunde, wat ik mij overigens nog geen seconde heb beklaagd. Nu de kinderen wat groter zijn, komt de passie voor de natuur weer bovendrijven. Als we eropuit trekken, kan ik hen urenlang bezighouden met verhalen over de planten. Het Laarbeekbos ligt vlakbij. Ik erger mij te pletter aan de troep die mensen er vaak droppen. Ik ben van plan om er de boel gedurende enkele maanden op te kuisen. Al joggend het zwerfvuil oppikken en in de vuilbak gooien waar het hoort. Elke dag een beetje. Als er meer troep verdwijnt dan bijkomt, dan raakt het bos op een dag weer helemaal proper.’ 

Bijen is een andere passie van Mertens. ‘Met ouder te worden, kom je als mens meer tot jezelf en ga je je focussen op wat je zelf graag doet. Bijen intrigeren mij al heel mijn leven. Een tweetal jaar geleden heb ik mij enkele bijenkasten aangeschaft. Best een tijdrovende bezigheid. In een zwerm operereren ze als een soort superorganisme. Een bij als individu is in dit geheel van geen belang. Ze staan volledig in functie van hun taken binnen dat superorganisme. Gaandeweg leer je hoe ze met elkaar communiceren, hoe ze geboren worden, hoe de honing wordt doorgegeven, het leven van pakweg een werkbij, bewakingsbij, dar of koningin. Onlangs heb ik een koningin, Mathilde, kunnen opmerken. Fascinerend.’ 

VOOR OUDERS ZORGEN 

Terug naar de Rand. Van de taalkwesties ligt Mertens niet wakker, maar wat meer inspanning langs anderstalige kant om het Nederlands beter te beheersen, kan zeker geen kwaad. ‘Als ik in de buurt een bakker binnenstap, dan doe ik dat graag in het Nederlands. Zo help je hen ook vooruit. Wij hebben vaak de neiging om ons aan te passen. Dat is niet altijd de beste oplossing.’ Aan voordelen in deze regio verder geen gebrek. ‘Hier krijgen ze ons niet meer weg’, lacht hij. ‘Hoewel, wanneer mijn ouders hulpbehoevend worden, dan zie ik mij terugkeren naar de heimat om voor hen te zorgen. Ik vind het verkeerd om je eigen ouders voor het laatste deel van hun leven in een rusthuis onder te brengen en te laten wegkwijnen. In andere samenlevingen is het omgekeerde doorgaans de normaalste zaak. Ouders voeden je op wanneer je klein bent. Kunnen kinderen dan hun ouders niet opvoeden wanneer de nood zich voordoet? Ik vind van wel. Hier is dat vaak een uitzondering en dat vind ik verkeerd.’