‘Concept Waalse Rand
bestaat niet’
Waals-Brabant is de kleinste provincie van ons land. En een van de jongste, in 1995 ontstaan toen de provincie Brabant in drie delen werd opgesplitst: Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
‘De charme van onze provincie is dat het een soort Wallonië in zakformaat is. Je vindt er alles, maar dan in het klein.'
Waals-Brabant strekt zich uit over een oppervlakte van iets meer dan 1.000 km². Verdeeld over 27 gemeenten wonen er ongeveer 400.000 inwoners. Ter vergelijking: VlaamsBrabant is dubbel zo groot en telt drie keer zoveel inwoners. Van west naar oost is WaalsBrabant een goede 90 km lang, van noord naar zuid heb je in ongeveer 40 km de hele provincie doorkruist. Een langgerekt stukje België, dat zich in het noorden tegen Vlaams-Brabant aanschurkt en verder nog aan de provincies Henegouwen, Namen en Luik grenst. ‘De charme van onze provincie is dat het een soort Wallonië in zakformaat is. Je vindt er alles, maar dan in het klein’, zegt Mahieu. ‘Industrie, steengroeven, steden, landbouwgebied, de Brabantse Ardennen met waterlopen en idyllische plekjes, en monumenten die herinneren aan het verleden, zoals de Leeuw van Waterloo of de Abdij van Villers-la-Ville. Die mix maakt Waals-Brabant tot wat het is.’
INTERNATIONAAL
Mais passons aux choses sérieuses. Van de 27 Waals-Brabantse gemeenten liggen er 12 langs de taalgrens. Geldt er voor die gemeenten een specifiek randbeleid? ‘Het concept van een Vlaamse Rand zoals jullie die in Vlaams-Brabant kennen, hebben we niet aan Waalse kant. Dat concept hangt nauw samen met de faciliteitengemeenten en die zijn er niet in Waals-Brabant.’
‘In onze provincie is de taalbekommernis weinig of niet aanwezig. In gemeenten als Terhulpen, Waterloo of Rixensart wonen nochtans veel mensen van buitenlandse origine – onder wie veel Engelstaligen – en zijn ook een aantal internationale scholen gevestigd. Wat ons kenmerkt, is een openheid naar de rest van de wereld. Aan de universiteit van Louvain-laNeuve studeren meer dan 135 verschillende nationaliteiten. Dan moet je wel een open blik op de wereld hebben. Voor mij is er niet zoiets als een Waalse Rand. Ik hou ook niet zo van het idee dat we enkel van Brussel afhankelijk zouden zijn. Voor een stuk is dat natuurlijk zo, maar voor mij gaat de uitwisseling in alle richtingen en is er ook een soort wederzijdse verrijking.’
NOODCENTRALE
‘In de Waals-Brabantse gemeenten die aan het arrondissement Leuven grenzen, zoals GrezDoiceau, Beauvechain of Hélécine, zijn er een behoorlijk aantal Nederlandstalige gezinnen gevestigd’, zegt Mahieu. ‘We registreren geen moedertaal van onze nieuwe inwoners, dus ik kan geen exacte aantallen geven. Wat ik wel weet, is dat er in de drie jaar dat ik gouverneur ben nog nooit klachten zijn geweest die verband houden met taalproblematiek. Ik heb geen weet van Nederlandstaligen die in WaalsBrabant in de problemen komen omwille van de taal die ze spreken. Misschien zijn die bekommernissen er wel, maar ze zijn mij in elk geval nog niet ter ore gekomen. Ik besef wel dat er soms problemen zijn wanneer mensen de hulpdiensten bellen. Afhankelijk van de gsm-antenne die de oproep oppikt, komen de bellers in de noodcentrale van Mons (Bergen) of Leuven terecht. Dat lijdt soms tot verwarring, maar gelukkig zijn dergelijke gevallen zeldzaam’, zegt Mahieu. Wat nog opvalt in Waals-Brabant? ‘Er komen steeds meer immersiescholen, waar de leerlingen een deel van de vakken in het Nederlands krijgen. Die scholen liggen verspreid over de hele provincie, dus niet enkel langs de taalgrens. Hun succes vind ik positief. Het enige probleem is dat we niet altijd voldoende leerkrachten vinden om aan de stijgende vraag te voldoen.’
EIGEN ONTWIKKELING
Hoe zit het met de economische ontwikkeling van de provincie? ‘Na de splitsing in 1995 waren zowel Vlaams-Brabant als Waals-Brabant nog erg afhankelijk van Brussel. Stilaan kwam aan beide zijden een gelijkaardige beweging op gang. De nieuwe provincies kwamen los van Brussel als economische motor en zowel Leuven als Louvain-la-Neuve werden economische groeimotoren. Dat heeft veel met de aanwezigheid van de universiteiten te maken. Je merkt dat zich in de buurt heel wat start-ups ontwikkelen, dat er wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan, dat succesvolle bedrijven in allerlei sectoren groeien en bloeien. Er worden trouwens opnieuw bruggen geslagen tussen de universiteit van Louvain-la-Neuve en die van Leuven. Dat doet me bijzonder veel plezier. In alle eerlijkheid: voor Waals-Brabant is de afsplitsing van de universiteit destijds een unieke kans gebleken. Het feit dat er een Franstalige universiteit in Louvain-la-Neuve kwam, heeft zonder twijfel de economische opleving van deze regio in de hand gewerkt.’
‘Ik hou niet van het idee dat we enkel van Brussel afhankelijk zouden zijn.’
SLECHTE VERBINDING
‘Toch mag die economische groei niet ten koste gaan van een kwaliteitsvolle leefomgeving’, benadrukt Mahieu. ‘Waals-Brabant moet een provincie blijven waar het aangenaam wonen is. Huisvesting is een belangrijke uitdaging. Het gemiddelde inkomen per inwoner ligt hier boven het nationale gemiddelde, maar tegelijk zijn de huizenprijzen erg hoog. We doen er alles aan om woningen betaalbaar te houden voor jonge gezinnen, zodat ze kunnen blijven wonen in de streek waar ze werken. Dat kan de mobiliteit in onze provincie alleen maar ten goede komen.’ Want ook in WaalsBrabant wordt mobiliteit een steeds groter probleem. ‘De verbindingen tussen het oosten en het westen van de provincie zijn bijzonder slecht. De verbinding met Brussel is niet veel beter en zal niet veranderen zolang de werkzaamheden voor het Gewestelijk Expresnet (GEN) aan Waalse kant niet zijn afgerond. Ook in het oosten, tussen Hamme-Mille en Leuven, willen we het wegennet verbeteren. Want als er van daaruit een vlotte rechtstreekse verbinding met pakweg Waver is, zou je de Brusselse ring kunnen ontlasten van het verkeer dat momenteel een ommetje Leuven-BrusselWaver of omgekeerd doet.’
SAMENWERKEN
Mahieu beseft dat beslissingen die aan de ene kant van de taalgrens worden genomen ook een impact kunnen hebben aan de andere kant. ‘Dat geldt bijvoorbeeld voor de waterwegen. Er zijn nu akkoorden om te vermijden dat watersnood in de ene provincie aan de andere kant automatisch voor problemen zorgt. Ook in dit soort dossiers hebben we een goede manier van samenwerken gevonden, wat vroeger niet altijd het geval was. Vaak besef je pas in crisissituaties dat het niet slecht is om wat beter met mekaar te communiceren.’
‘Op het vlak van zachte mobiliteit willen we het fietsknooppuntennetwerk van Vlaams-Brabant laten aansluiten op dat van Waals-Brabant’, gaat Mahieu verder. ‘Dat is nog zo’n een typisch voorbeeld van een dossier waarin de beide provincies samenwerken. Die verbinding is goed voor recreatieve fietsers, maar kan op termijn ook economisch een goed idee zijn. Ik geef toe dat we regelmatig inspiratie halen uit de initiatieven die aan Vlaamse kant worden genomen. Ik heb een goede verstandhouding met Lodewijk De Witte, de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant. En elke maand is er een overleg tussen de vijf Vlaamse en de vijf Waalse provinciegouverneurs.’
Mahieu had ook Brussel graag betrokken gezien bij het overleg. ‘Het is een gemiste kans dat de Metropolitane Gemeenschap er niet is gekomen. Dat overlegplatform tussen de twee Brabantse provincies en Brussel over gebiedsoverschrijdende dossiers zoals mobiliteit, verkeersveiligheid, wegenwerken, tewerkstelling,… was afgesproken in de zesde staatshervorming, maar is er nooit gekomen omdat Vlaanderen er niets van wil weten. Met de verkiezingen in aantocht zal dit zeker geen prioriteit meer worden. Ik blijf voorstander van zo’n gemeenschappelijk overlegplatform, want onder andere op het vlak van mobiliteit zijn Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en Brussel toch erg afhankelijk van mekaar.