Gestolen maagd
Naar verluidt tekende hij het ontwerp voor zijn woning zelf. Toen hij het terrein aankocht, stond er een beeld van de maagd Maria. Dasseville wilde zijn ontwerp tekenen rondom deze maagd, maar het beeld werd helaas gestolen. Dasseville tekende in zijn eigen stijl zijn eigen plek. Baksteen, beton, golvende lijnen en niveauverschillen vormen de rode draad. Aan de straatkant zie je één witte bakstenen muur. Achter de gesloten gevel ligt een open en dynamische woonruimte op de etage. Ook al is het huis niet groot, toch kan je je erin verliezen door de lange, golvende gang die je uit je oriëntatie brengt. De ruimtes beneden liggen half ondergronds, maar hebben grote raampartijen met uitzicht op de tuin. Het is er lekker koel. Deuren zijn er niet, zelfs niet voor het toilet, dat via een gangetje bereikbaar is. Zelfgemaakte inbouwkasten, een raampje in de livingvloer dat uitkijkt op de gast aan de voordeur, een geheime trap die naar een dakmoestuintje leidt, een vuilnisschacht, een sculpturaal vijvertje en reservoir waarin het dakwater opgevangen wordt, Dasseville voorzag het allemaal. Verder installeerde de bon vivant ook een zwembad en bowling in zijn huis. Die zijn nu terras en kamers geworden. De tapis plein, het vast tapijt, een modeverschijnsel uit de jaren zeventig, was alom tegenwoordig, zelfs tegen de wanden. De ongekunstelde, brutalistische stijl van Dasseville zorgt voor een dynamiek en een gevoel van levensvreugde en vrijheid.