01 jun '24

Blauwe schakel tussen
de Brabantse Wouden

889
door Luc Vander Elst
De vallei van de IJse verbindt het Zoniënwoud met de bossen van het Meerdaalwoud en Heverleebos. De IJse werd vroeger meermaals rechtgetrokken, overwelfd en verplaatst. Vandaag krijgt ze op heel wat plekken weer meer ruimte.

De IJse ontspringt in het Zoniënwoud in Hoeilaart. Als een smalle gracht die soms nauwelijks water bevat, begint ze aan haar tocht naar Neerijse, waar ze in natuurgebied de Doode Bemde uitmondt in de Dijle. De rivier loopt van vijver naar vijver en de eerste vijver op haar loop is de Ganzenpootvijver, zo genoemd naar de vorm die lijkt op de drie ‘tenen’ van een ganzenpoot. Vanaf dan krijgt de waterloop volume in het Zoniënwoud.

Bij de Keizer Karelvijver passeert de IJse de onthaalpoort Groenendaal met het kasteel van de priorij van Groenendaal, het arboretum en het Bosmuseum van het Agentschap voor Natuur en Bos. Voorbij Groenendaal meandert ze vrij natuurlijk via vijvercomplexen door het Zoniënwoud om in Hoeilaart uit te komen bij enkele poelen. Bij de Engelselaan verdwijnt de rivier onder de grond, vlakbij een molenhuis dat er op de IJse stond. Het gebouwtje uit 1662 hoorde ooit toe aan de priorij van Groenendaal, maar functioneerde amper 25 jaar als watermolen. Een ‘gebrek aan water’ veranderde de bestemming nog voor het einde van de 17e eeuw. Vandaag is het een woonhuis dat in 1989 werd gerestaureerd. Van de oorspronkelijke inrichting of het waterrad is geen spoor meer.

Kasteel van Hoeilaart

Vanaf de Engelselaan tot bij het Jan van Ruusbroecpark wordt de bewegingsvrijheid van de rivier sterk ingeperkt: ofwel is ze overwelfd, ofwel vormt ze in een strak keurslijf de grens tussen de private achtertuinen. Het wordt complex om ze hier de ruimte te geven die ze nodig heeft. In het Jan van Ruusbroecpark kan ze weer meanderen. Hier huisvest het Kasteel van Hoeilaart de gemeentediensten. Het neogotische kasteel stamt uit 1858 en is al ruim honderd jaar eigendom van de gemeente. Naast het kasteel ligt de voormalige 17e-eeuwse kasteelhoeve van het Hof Ter Heyde met daarnaast de Onze-Lieve-Vrouwekapel. Je vindt er ook nog twee oude gietijzeren wegwijzers. In 1895 werd de Touring Club van België opgericht, oorspronkelijk om ‘het gebruik van rijwielen op de openbare weg te promoten’. Een afdeling van de Touring Club was verantwoordelijk voor de blauw-witte wegwijzers. Ze staan hier niet meer op hun oorspronkelijke plaats, maar ze zijn wel mooi bewaard gebleven.

Nero

Net voor het voormalige station van Hoeilaart gaat de IJse weer volledig ondergronds. Het station is een mooi voorbeeld van een tramstation van de Buurtspoorwegen uit het einde van de 19e eeuw. Het kwam er op vraag van de serristen. Die hadden op het einde van de 19e eeuw nood aan goederentransport om steenkool, meststoffen en druiven van en naar Brussel-Zuid te kunnen vervoeren. Op 15 juli 1894 werd de tramlijn feestelijk ingehuldigd. In het Interbellum bloeide de druiventeelt volop; het station verwerkte dagelijks 50 tot 90 goederenwagons. In juni 1958 reed de goederentram er voor het laatst. Striptekenaar Marc Sleen bracht het station vanaf 1990 weer onder de aandacht door het te gebruiken als thuisbasis voor Nero. Sedert 1998 vind je er het Nerocafé met een permanente tentoonstelling van 69 tekenplaten met taferelen uit de gelijknamige stripreeks.

Desbeck

Bij de sporthal wordt de rivier weer zichtbaar. De gemeente legde er een nieuwe speeltuin aan met een mooi terrasje bij de IJse, plaats voor een wadi en een kans op wat meer beleving aan het water, al blijft de rivier hier wel gevangen in een zeer smal en diep uitgesneden stenen karkas. Zo bereikt de waterloop het voormalige bedrijf Desbeck, waar ze achteraan maar een beperkte ruimte toegemeten krijgt. De site-Desbeck staat ondertussen al jaren leeg. Ernest Desbeck richtte er in 1908 een kleine ijzergieterij op. De druiventeelt had immers ijzerstructuren nodig om serres te kunnen bouwen. De gieterij groeide snel en werd vooral bekend om zijn riooldeksels van Fonderies E. Desbeck-Hoeilaart.

De IJse loopt heel smal en diep uitgesneden tussen twee kasseien muren, maar ze is op zijn minst niet langer overwelfd.

De ijzergieterij wordt gesloopt en de gemeente wil er een kmo-zone van maken. De site is op het gewestplan opvallend geïsoleerd ingekleurd als bedrijvenzone in een volledig groene omgeving. Dat is indertijd waarschijnlijk gedaan om de bestaande toestand te regulariseren. Vandaag zou de zone een uitstekende groene wandelverbinding kunnen worden vanuit het centrum van Hoeilaart naar de natuurgebieden van de IJsevallei. Welke ontwikkeling er ook komt, er zou in elk geval veel aandacht moeten gaan naar meer ruimte voor de waterloop, extra mogelijkheden voor waterbuffering en een betere en veiligere doorwandel- en doorfietsbaarheid. Daar hebben zowel ecologie, economie als bewoners baat bij.

Nieuw natuurpark

Vanaf de site-Desbeck gaat het geleidelijk aan naar het natuurgebied Ten Trappen, bijna 20 ha groot. Het was decennialang in privéhanden en het oogt vandaag eerder troosteloos, maar biedt veel kansen om de IJse ruimte te geven in een nieuw natuurpark. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) heeft in dat gebied de meeste gronden aangekocht en de herinrichting van het gebied staat op stapel. De vroegere viskweekvijvers worden ecologisch ingericht. Enkele vijvers worden omgevormd tot moerasbos. Om de wandelmogelijkheden in het gebied te verbeteren, komen er drie bruggen, onverharde bospaden en een nieuwe vogelkijkwand. Jammer genoeg verschuilt de gemeente zich achter die inrichtingsplannen om de site-Desbeck toch nog te ontwikkelen als kmo-zone. Bouwen in een natte vallei blijft uit den boze en de sloop van de site-Desbeck is juist een mooie kans om de vallei beter te wapenen tegen de overvloedigere neerslag die we de volgende decennia mogen verwachten. Al ziet het ernaar uit dat dit verhaal een ‘gemiste kans’ zal worden.

Faunapassage

Wat verder scheidt de E411 Ten Trappen van het natuurreservaat Paardenwater, in beheer bij Natuurpunt. Omdat de autosnelweg hier een ecologisch waardevol gebied in tweeën snijdt, krijgen de twee tunnels onder de snelweg een faunapassage. Zo brengt de IJse ons in het centrum van Overijse, eerst in de vrij grote Potvijver, die ook is aangekocht door de VLM en binnenkort zijn make-over krijgt: natuurlijke inrichting, annex vogelkijkwand en houten wandelpad op de oever.

Wat verderop vinden we in het centrum van Overijse de watermolen van Overijse en de Vuurmolen, elk aan een kant van de IJse. De watermolen wordt vermeld vanaf de 15e eeuw als een graanmolen. Die functie behield hij tot in 1968 en vanaf 2003 levert de molen elektriciteit. De Vuurmolen aan de overkant huisvest vandaag de gemeentediensten. Vanaf 1902 was het een industriële graanmaalderij die actief bleef tot in de jaren 1960.

In het centrum heeft de gemeente Overijse de voorbije jaren heel wat inspanningen gedaan om de IJse open te leggen en ruimte te geven, voor zover dat kon. De toestand blijft redelijk stenig en de IJse loopt heel smal en diep uitgesneden tussen twee kasseien muren, maar ze is op zijn minst niet langer overwelfd. Voorbij het centrum van Overijse komen we bij het domein van kasteel d’Isque, eigendom van het gemeenschapsonderwijs. De voormalige visvijver werd onlangs een natuurlijke vijver en de IJse zelf kreeg opnieuw een open bedding. Het park is publiek toegankelijk en kreeg een natuurlijke inrichting. De restanten van het voormalige jachtpaviljoen zijn zichtbaar en bewaard voor de toekomst.

Een voetbalveld asfalt

Vanaf hier blijft de IJse langs de Dreef lopen in een redelijk rechtlijnig keurslijf tot bij de IJsevijvers en het kampeerterrein Welcome. De IJse loopt door de redelijk vervuilde vijvers, maar ook hier staan nieuwe projecten op stapel om zowel de vijvers als de IJse beter in te richten en meer ruimte te geven. Ook aan de overkant van de Blekersstraat blijft de IJse pal door de vijver lopen. Die vijvers heeft de VLM inmiddels aangekocht. Ze worden binnenkort heringericht en de IJse krijgt er weer haar eigen loop.

Wat verderop werden de Meeuwenlaan en de Zwanenlaan onthard. In de jaren 1960 wou de gemeente hier een wijk bouwen waarvoor de straatinfrastructuur toen al werd aangelegd. Het project kwam er evenwel nooit en eind 2022 verdween hier een halve hectare asfalt, de grootte van een voetbalveld. Het terrein is deels opnieuw afgegraven tot het oorspronkelijke niveau en kan zich de komende jaren voort ontwikkelen tot broekbos. Na de herinrichting van de laatste vijvers op het grondgebied van Overijse kun je vanaf hier weldra een wandeling maken door het natuurreservaat IJsebroeken. Vanaf de volgende bocht in de Dreef verlaat de IJse de Rand en via Huldenberg gaat ze op weg naar de Dijle.