Natuur bloeit op stort
Vanaf 2012 wilden de broers deze duurzame aanpak aanvullen met een verantwoorde buitenaanleg van de bedrijfsterreinen. De bedrijfszone rond het fabriekspand op Cargovil kreeg een ecologische snit. ‘De oude, klassieke groenaanleg gebeurde indertijd op een blackpoint, zeg maar een vervuilde industriële site’, herinnert Didier Pierre zich. ‘Dat was de situatie toen we het pand kochten omstreeks 2008. We wilden echter een groenaanleg die aansloot bij het aangrenzende natuurgebied Dorent. Cargovil is op een deel van die vroegere groene zone aangelegd.’
Christophe Pierre: ‘Het had heel wat voeten in de aarde voor we concreet tot een alternatieve aanleg konden overgaan. Natuurpunt was in eerste instantie niet happig om dit mee uit te voeren omdat er nog geen ervaring was. Tuinbouwschool Horteco zag het niet zitten om mee te doen omdat het een vervuilde site betrof die niet geschikt was om er een natuurlijke vegetatie in te zaaien en aan te planten. Na heel wat plan- en overtuigingswerk ging Natuurpunt toch overstag met een sociale tewerkstellingsploeg, maar uiteindelijk kwamen wij en zij tot de conclusie dat er te veel problemen opdoken om samen verder te werken. En zo gingen we met familiebedrijf Wees uit Melsbroek een samenwerking aan, die na veel omscholingswerk tot op vandaag doorloopt.’
Demonstratieterrein
Intussen werden heel wat watertjes doorzwommen en raakten steeds meer klanten via infosessies, excursies en cursussen op de hoogte van de ecologische buitenaanleg. Intussen waren ook meerdere Vlaamse en provinciale administraties betrokken geraakt waardoor alles maatschappelijk relevanter werd. Het Nnof-pand (Nearly New Office Facilities op Cargovil) doet nu regelmatig dienst als demonstratieterrein om aan geïnteresseerde bedrijven te tonen wat je zoal kan doen op een terrein met vergiftigde bodem. ‘We tonen de ergste situatie, waarbij we duidelijk maken dat het op minder of helemaal niet vervuilde sites zeker mogelijk moet zijn om te zorgen voor meer natuur en biodiversiteit’, zegt Christophe.
Rond het grote gebouw groeide vroeger een monotone plantengroei van uitsluitend Chinese of struikkamperfoelie die weinig ecologische kwaliteit had. Die werd vakkundig verwijderd en vervangen door verschillende types van bloemenweiden, gecombineerd met meidoorn, sleedoorn en andere inheemse struiken. Er kwam een insectenhotel en een poel, waarmee de nieuwe groene infrastructuur kon beginnen groeien. Zeven jaar later is de site een aantrekkelijke plek voor vele soorten planten en dieren, die deels uitwisselen met de natuur in de Dorent.
Veerkrachtige natuur
‘Ondanks herhaalde pogingen zijn voorlopig nog geen bedrijven van Cargovil mee op de biodiversiteitskar gesprongen’, betreurt Christophe. Het gaat dan ook om logistieke bedrijven met weinig groene ruimte rond hun gebouwen. Zij hechten weinig belang aan hun buitenaanleg zodat het geheel nog steeds een industriële indruk heeft behouden, dikwijls ook met veel sluikvervuiling op de aangrenzende parkeerplaatsen.
Toch blijft het ecologisch potentieel van de industriezone groot. Op een bepaald perceel groeien vandaag heuse bijenorchissen, echte wilde, buitengewoon mooie orchideeën. Iets verderop is er een grote populatie wilde marjolein en de Woluwelaan is elk jaar het woongebied van tientallen icarusblauwtjes. Dat zijn dagvlinders die kicken op de aanwezige rolklaver die hun waardplant is. Ze leggen er hun eitjes op en de rupsen eten van de bladeren. Die vlinders zitten intussen ook op het terrein van Nnof, evenals tientallen Sint-Jansvlinders die het ook moeten hebben van de daar aanwezige rolklavers. In de poel leven intussen tientallen groene kikkers, en elke zomer vliegen er heel wat libellensoorten rond die zijn opgegroeid in het kraakheldere water. De natuur die daar nu groeit en bloeit kwam er helemaal vanzelf. ‘Het toont hoe veerkrachtig de natuur is, als we hem maar genoeg kansen geven. Daarom heb ik ook in mijn tuin in Loonbeek gekozen voor een ecologische variant. Met veel succes’, besluit een tevreden Christophe Pierre.